92
heden tot grotere produktie en bijaldien tot een hogere levens
standaard in onze wereld met zijn steeds groeiende bevolking
dienen te worden benut. Er dient opgemerkt te worden dat de
goederen die zich voor een volledig automatische produktie lenen,
in hoofdzaak secundaire behoeften betreffen. Al kunnen we onge
twijfeld meer koelkasten, auto's, televisietoestellen en levensmidde
len in blik verwachten, toch krijgen we als direct gevolg van de
automatisering geen mud aardappelen of geen baal wol meer.
Hoogstens kan dit indirect het geval zijn door opvoering van de
wetenschappelijke methoden bij de voortbrenging en bij de verbete
ring van het verkeer. Er zal gewaakt dienen te worden tegen een
scheppen van schijnbehoeften welker bevrediging ons eer armer
dan rijker maakt.
Het ligt natuurlijk niet op mijn weg de sociale gevolgen van de
volledige automatisering te bespreken, zoals de te verwachten
structuurwijzigingen, verkorting van de werkweek tot b.v. 30 uren,
de noodzaak tot omscholing en dergelijke. Op één punt wilde ik
een uitzondering maken. De werktijdverkorting is wel zeer attractief,
doch het is zeer de vraag of deze wel voor alle categorieën werkers
waar te maken is. Wanneer consequent het routinewerk door
machines wordt overgenomen, dan is het overblijvende werk natuur
lijk van een hoger gehalte. Er treedt een „upgrading" op, zoals
enkele voorbeelden van uitgevoerde automatiseringen in Amerika
al hebben laten zien. En nu is het zeer de vraag of het mogelijk is
dit overblijvende werk gelijkmatig te verdelen. Dit hangt onder
meer af van de verdelingskromme van het intelligentiequotiënt.
Het is mogelijk, dat het vraagstuk van de overbelasting van de
groepen der leiders en specialisten nog ernstiger vormen aanneemt.
Het Engelse DSIR (Departement of Scientific and Industrial
Research) ziet in de tekorten in deze groepen zelfs een ernstige
remming voor de doorvoering van de volledige automatisering.
Thans wil ik de rol van de toegepaste wiskunde in de toekomstige
ontwikkeling bezien. Volgens de wet van vraag en aanbod zal,
nu de prijs van rekenwerk zeer belangrijk dalende is, een toeneming
van de vraag te verwachten zijn. Daar voor het toepassen van
numerieke methoden veelal nog het experiment en zelfs de slag in
de lucht als uitwijkmogelijkheden worden gebruikt, is de vraag
elastisch. Hierdoor kan de te verwachten toeneming van de vraag
vrij groot zijn.
Van oudsher wordt de scheidingslijn tussen toegepaste wiskunde
en techniek daar getrokken, waar het ontwerp, de directe voor
bereiding tot de materialisering, begint. De techniek der volledige
automatismen gaat nu ten dele de richting op van een uitvoering
met organen die zo weinig mogelijk gedifferentieerd zijn en onder
bestuur van een rekenautomaat staan. Zowel de genoemde organen
als de elementen van de rekenautomaat zijn veelal vatbaar voor
een verregaande standaardisering. Het hoofdprobleem betreft dan
de massaregie van de onderdelen. En van deze massaregie nu kan