58 Analyse van een barometrische hoogtemeting 35 321 47° 41'1 I^4 I72 823,2 7,2 +169,7 349.1 398,4 23° 2U3 !538,o 46,5 538,7 186,5 42.4 68,0 226,1 66,0 928,9 420,9 100,4 947.5 2092,2 280,8 0,526 5, 0,156 cl 0,234 a2 1,162 0,516 c2 0,056 LITTERATUUR 1. Prof. Hk. J. Heuvelink: Bestimmung des regelmassigen und des mittleren zufalligen Durchmesser-Teilungsfehlers bei Kreisen von Theodoliten und Universalinstrumenten. 2. E. T. Whittaker en G. Robinson: The Calculus of Observations, blz. 264 e.v Ir. C. KOEMAN, wetenschappelijk hoofdambtenaar-A aan de Rijksuniversiteit te Utrecht: Ter bepaling van de meetnauwkeurigheid van twee Askania- microbarometers werd een barometrische hoogtemeting langs een zestal verkenmerken van het N.A.P. uitgevoerd. De meting vond plaats op de Veluwe langs de rijksweg Voorthuizen-Apeldoorn en werd verricht door de, toentertijd, vijfdejaarsstudenten voor geode- tisch-ingenieur, de heren J. H. Dijkhout en A. C. Scheepmaker. Waarnemingen werden gedaan op de dagen 6, 7 en 8 juli 1955 en 10 en 11 oktober 1955. Het traject vertoont het onderstaande profiel. LENGTEPROFIEL VAN HET TRAJECT VOORT HUIZEN - APELDOORN a> <71 o o (0 0» Fig. 1 Gemeten werd volgens de methode van de barometrische hoogte meting met één basisstation (basis in Apeldoorn 31) op 7 en 8 juli en 11 oktober en volgens de methode met springstations op 6 juli

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 8