59
Schema van de barometrische hoogtemeting met'springstations dd. 6 juli 1955
Barnev. 16
Barnev. 14
Apeld. 31
Apeld. 30
Apeld. 29
Apeld. 2
A B
B A+B
A
A
B
A+B
B
A
A B
A
B
A B
B
A
A B
Tijd:
11.00
12.00 12.35
13.10
13-45
14.10
14.40 15.10
15-3°
16.00
16.40
Fig. 2
en 10 oktober. Als voorbeeld van deze laatstgenoemde methode
volgt hieronder het schema van de metingen op 6 juli 1955.
Per standplaats werden, met gelijke intervallen van 1 minuut,
een aantal aflezingen van de microbarometer verricht. Nauwkeurige
voorafgaande gelijkstelling van de horloges van de twee waarnemers
bij resp. barometer A en barometer B waarborgde een gelijktijdige
aflezing in het basis- en veldstation. Bij de metingen op 6, 7 en 8
juli werden per standplaats steeds 15 aflezingen verricht. Tijdens
de metingen op 10 en 11 oktober waren dit 10 aflezingen. Uit de
aflezingen van de microbarometers werden hoogteverschillen,
uitgedrukt in meters, tussen de opstellingspunten nabij de N.A.P.-
verkenmerken berekend. Daar de microbarometers naast de verken-
merken opgesteld waren, kon de N.A.P.-hoogte van de onderkant
van de barometerdoos gemakkelijk worden bepaald. De berekende
hoogteverschillen zijn naast de gegeven N.A.P.-hoogteverschillen
te zien in tabel 1.
Ter verduidelijking van deze tabel moet worden opgemerkt:
ie. dat de onderling ongelijke gegeven hoogteverschillen veroorzaakt
zijn door het niet steeds op dezelfde hoogte opstellen van de
microbarometer
2e. dat op de dagen 10 en n oktober de trajecten Apeldoorn 29-
Barneveld 16 tweemaal zijn gemeten (I heen, II terug).
Berekent men uit de verschillen v{ tussen de waargenomen en
gegeven hoogteverschillen de geschatte standaardafwijkingen
m l/jTDjJ aantal overtallige waarnemingen) voor de
zeven in tabel 1 vermelde metingen, dan vindt men, na vermenig
vuldiging van m met de gewichtseenheid g 1 meter
6 juli m 0,91 meter
7 juli m 2,04
8 juli m 0,22
10 okt. I m 0,77
10 okt. II: m 0,85
11 okt. I m 0,83
11 okt. II: m 0,68
b Deze resultaten zijn reeds eerder meegedeeld in de vorige aflevering
nl. in het artikel van dezelfde schrijver: „Welke nauwkeurigheid geeft de
barometrische hoogtemeting?", K. en L. 1958, blz. 3.