112
Beschouwd vanuit het gezichtspunt van de „gewone dienst",
die we tegenwoordig, mogelijk voor de outsider wat verwarrend,
„landmeetkundige dienst" noemen, begon de ruilverkaveling, ik
zou kunnen zeggen, vrij onschuldig. De aderlating bleef beperkt
tot een te overkomen aftapping van personeel en naar ik meen was
het pas in 1940, dat de nieuwe loot een bedreiging ging vormen
voor de oude stam. In 1942, toen de dienst van de ruilverkaveling
zelfstandig werd, bedroeg de personeelsbezetting rond 100 man.
En op dit ogenblik is deze uitgegroeid tot meer dan 200 man. Aan
welke vroegere taken werden zij onttrokken
Als U nu de indruk zou hebben gekregen, dat landmeetkundige
dienst en ruilverkaveling op zijn best genomen een gewapende
vrede handhaven, dan kan ik alleen maar zeggen: „Daar heb ik
het in het voorgaande naar gemaakt", zoals Tijl het er altijd naar
maakte, dat ze hem ondeugend noemden.
Maar weest U gerust, zo is het in geen enkel opzicht en zo zal
het ook nooit worden. Natuurlijk, het is niet prettig als je in je
kwaliteit van „gewone dienst"-man de zoveelste lijst op je tafel
krijgt, waarbij bevolen wordt, dat van de toch al ontoereikende
bezetting van je bureaus weer een aantal personeelsleden wordt
overgeheveld naar de ruilverkavelingsdienst, maar dat houdt geens
zins in, dat je de noodzaak van zo'n maatregel zou willen betwisten
of zelfs maar in twijfel trekken. Neen, laten wij, mensen van de
gewone dienst, ons bewust zijn van de moeilijkheden op dit gebied
ter Directie. Ik ontkom soms niet aan de gedachte, dat de linker
arm van onze Directeur dienst doet als donor, waaraan het bloed
onttrokken wordt om de rechterarm een bloedtransfusie te kunnen
toedienen.
Gewapende vrede? Verre van dat. Hoe zou de landmeetkundige
dienst anders kunnen dan er zich oprecht in verheugen, dat een zo
groot aantal collega's zich kan inzetten ter vervulling van taken
die zo nauw verweven zijn met het algemeen welzijn van ons volk,
en dat velen daarbij een zo verantwoordelijke plaats innemen. Zich
verheugen, inderdaad, ook en dit is haast zonder uitzondering
het geval indien de personeelsverschuiving tot gevolg heeft,
dat er op het bureau van de landmeetkundige dienst weer een nieuwe
kaartenbak bijgeplaatst moet worden om het steeds groeiende aan
tal nog te behandelen posten register 9a en gb te kunnen bergen.
Plus royaliste que le roi Ja, het lijkt er wat op. En toch, het is
werkelijk niet mijn bedoeling, door middel van deze voorbereiding
straks een of andere concessie los te peuteren van mijn collega uit
Velp. Voor hém hoop ik, dat de hogere leiding zijn ergste perso-
neelshonger ook in de toekomst steeds zal kunnen stillen al
vind ik het helemaal niet erg als ook hij de buikriem van tijd tot
tijd een gaatje nauwer moet aanhalen voor ons, dat het nooit
zo ver zal komen, dat de tijdelijke verzwakking verergert tot een
levensgevaarlijke chronische ziekte.
Mogelijk mag ik niet van de Ruilverkavelingsdienst afstappen