Historisch overzicht van de kadastrale dienst in zijn
relatie tot het Ministerie van Financiën
n8
baar verband te leggen tussen die veranderingen en de naam
Stoorvogel.
Ik zou het hierbij willen laten, ware het niet, dat ik nog de aan
gename plicht heb U mededeling te doen van het feit, dat blijk
baar overal in den lande de behoefte gevoeld is uiting te geven aan
gevoelens van sympathie, ook inde vorm van een afscheidsgeschenk.
Een oorkonde met de namen van de gevers is er niet bij, kan er ook
niet bij zijn omdat, dank zij het idee van een lid van onze commissie,
het inzamelen van geld heeft plaats gehad zodanig, dat niemand
van niemand weet of hij heeft bijgedragen en nog veel minder
hoeveel. Geen lijsten dus en ook geen bussen. En ook geen bedank
brieven van Uw kant, want de Post is wel tot veel in staat, maar
op dit tijdstip nog niet bij machte een adresloze brief bij de juiste
persoon te bezorgen.
Mevrouw Stoorvogel, staat U mij toe een kort woord tot U te
richten.
Uw man kan de voldoening smaken veel te hebben bereikt door
uitzonderlijke gaven van geest en hart. En toch zouden deze gaven
niet tot volle ontplooiing zijn gekomen, wanneer hij niet bij voort
during Uw steun en toewijding had gehad. Van zo onschatbare
waarde, vooral dan als het leven ons perioden brengt met grote
moeilijkheden. En wie ontkomt daaraan!
Wij wensen U toe, dat U beiden nog lang voor elkaar gespaard
zult blijven en dat nog vele mooie jaren voor U in het verschiet
liggen.
Ir. W. VAN RIESSEN,
hoofdbewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbew ijzen,
's-Gravenhage.
Dat aan de Directeur van het Kadaster en de Hypotheken op
i juni 1958 eervol ontslag uit de dienst is verleend, mag in het Tijd
schrift voor Kadaster en Landmeetkunde niet onopgemerkt blijven.
Wanneer hier, na een historisch overzicht, een korte beschouwing
volgt, gewijd aan de persoon van de thans heengaande Directeur
W. F. Stoorvogel en aan het ambt dat hij bijna 16 jaar heeft
bekleed, wordt gebroken met een opvatting van vroegere redacties,
die nooit aanleiding konden vinden in dit tijdschrift behoorlijk aan
dacht te wijden aan het vertrek van de hoogste functionaris van
het Kadaster.
Alleen in 1904 (T.v.K. en L., jg 1904, blz. 150) heeft de toen
malige redactie gemeend de lezers te moeten onthalen op de mede
deling, dat aan de op 1 juli van dat jaar afgetreden inspecteur door
enige hoofd- en oud-hoofdambtenaren van het kadaster een kost
baar souvenir was aangeboden in de vorm van een kristallen pièce
de milieu met fruit- en bonbonschalen op zilveren voetstukken,