120
pas voltooide kadaster, nu eigenlijk toekwam. De Administrateur
van het kadaster wilde van enige bemoeiing van de Minister niets
weten
De Minister gaf de Koning in overweging de zaak voorlopig te
regelen, ten einde moeilijkheden of botsingen te voorkomen. Ten
slotte heeft Gericke het beheer over de werkzaamheden van het
kadaster toch maar aan de Minister overgedragen. (Zie JC. Beth
het Kadaster gedurende het tijdvak 18141843.)
Na het aftreden van Lipkens was het technisch oppertoezicht,
dat zich ook over het beleid van de I.V.'s uitstrekte, verdwenen,
doch het K.B. van 9 juli 1834, nr. 52, bracht een wijziging in de
personeelsorganisatie, waarbij aan het Departement van Financiën
twee hoofdinspecteurs en één ingenieur-verificateur voor de zaken
van het kadaster („ter bevordering der regelmatige en gelijkvor
mige uitvoering der meet- en teekenkundige werkzaamheden, waar
toe het toezigt van eenen deskundigen noodzakelijk is") werden
toegevoegd. Dientengevolge trad op 1 augustus 1834 de ingenieur
verificateur van het kadaster J. H. Kips (tevens bijzonder bewaar
der te 's-Gravenhage) op als I.V. van het kadaster des Rijks,
„tevens adviserende voor het kunstmatige bij het Departement
van Financiën". De I.V.-functie verdween, de meeste functionaris
sen werden provinciaal of bijzonder bewaarder.
Dit heeft geduurd tot 1839, toen krachtens K.B. van 8 maart
1839, nr. &7 (circ- nr. 619) m.i.v. 1 april 1839 de kadasterbewaringen
werden verenigd met de hypotheekbewaringen. Tevens moest de
Minister hoofdambtenaren voor het „kunstmatige" aanwijzen,
waarmede de I.V.'s weer hun intrede in de kadastrale wereld deden,
zulks op aandringen van de Raad van State. Zij werden onder
toezicht gesteld van de Directeurs en de provinciale inspecteurs der
registratie.
Dat men opnieuw I.V.'s aanstelde, vond zijn oorzaak in de aan
drang die dienaangaande van bewaarderszijde op de Minister werd
uitgeoefend. De hypotheekbewaarders, die zich ondeskundig voel
den met betrekking tot het kadastrale werk, waren bevreesd voor
het maken van fouten in de bijhouding van het kadaster, speciaal
wat de onderlinge verwijzing tussen oude en nieuwe percelen be
treft. Een onjuist afgegeven certificaat van bezwaardheid of on
bezwaardheid t.a.v. een nieuw gevormd perceel, zou hun geld kun
nen kosten wegens hun aansprakelijkheid tegenover het publiek.
De Heer Kips hij had n kinderen kan wel als de eerste
Inspecteur aan het departement worden beschouwd. Van zijn werk
valt weinig na te speuren. Hij heeft uit de kadastrale plans enige
overzichtskaarten samengesteld, o.a. van de Hoeksche Waard, die
door middel van steendruk werden vermenigvuldigd. Met ingang
van 1 januari 1846 is hem om gezondheidsredenen ontslag ver
leend op 56-jarige leeftijd. Toen begon een adviseurloos tijdperk,
waarin „de werkzaamheden aan het departement, het kadaster
betreffende, zelfs voor het technisch gedeelte, aan een ambtenaar