125 meer speciaal met de dienst van het kadaster aan het Departement belast, ofschoon een goed en geroutineerd ambtenaar, bezit niet de vereischten die er noodig zijn tot het uitwerken eener nieuwe organisatie. Het gelukte mij voor dezen tak van dienst een bijzonder geschikt hoofdambtenaar te krijgen. Natuurlijk echter moet ook deze weder worden ingeleid in den gewonen dienst aan het Departe ment." Erg prettig zal dit de heer Bevers niet in de oren hebben geklonken, temeer daar even tevoren in dezelfde zitting door het Kamerlid Geertsema was gevraagd hoe het zat met de traktemen ten van de volgens het reeds vermeld K.B. van 5 december 1875 aan te stellen ambtenaren van het kadaster. In een grote plaats als 's-Gravenhage zou de controleur maximaal f 3000.- traktement genieten, benevens een toelage van f 600.De I.V. Bevers met de titel van hoofd-ingenieur-verificateur genoot slechts f 2800. De chef van het vak, zoals de heer Geertsema dit uitdrukte, zou dus minder betaling genieten dan een subalterne ambtenaar. In zijn antwoord kon de Minister triomfantelijk uitroepen, dat die chef, al stond hij nog op de begroting vermeld, er niet meer was. De I.V. aan het departement, de oudste in dienst, had zich beklaagd over de zijns inziens te lage bezoldiging en, aldus de Minister, „toen heb ik, omdat hij daarmede tevreden scheen te zijn, dien man bij Koninklijk besluit laten geven den titel van hoofd-ingenieur-veri ficateur, een titel die tot nog toe niet bestaan had. Zijn traktement is evenwel f 2800.gebleven"!! Naar het schijnt heeft de heer Bevers uit een en ander de enig mogelijke conclusie getrokken: hij vroeg ontslag uit zijn functie aan het departement. Bij K.B. van 23 augustus 1876, nr. 13, werd hij tot bewaarder benoemd te Roermond en later te Breda. Hij beëindigde zijn carrière als bewaarder te 's-Hertogenbosch, toen maals een der best betaalde ambtenarenposities in den lande! De heer E. P. van Steenbergen werd bij het K.B. van 23 mei 1876, nr. 17 benoemd tot inspecteur van het kadaster aan het departement. Hij was vroeger landmeter geweest en bekleedde, toen hij tot adjunct-inspecteur werd aangesteld, het ambt van commies bij het Provinciaal bestuur van Overijssel. Zo was Van Steenbergen de eerste kadasterspecialist aan het Ministerie van Financiën, aan wie de titel van Inspecteur van het kadaster werd toegekend. Zijn taak bleef die van een adviseur aan wie geen dirigerende bevoegdheden waren gegeven, doch in kadasterkringen achtte men zijn benoeming al een grote stap in de goede richting. In het gedrukte verslag van een vergadering van landmeters in 1875 treft men het volgende aan: „Het geheele bureau kadaster was gedemandeerd aan een In specteur der registratie, en wie zal de schade bepalen, door deze inrichting der Hoofd-administratie, het kadaster en gevolgelij k den lande toegebracht. Toen het kwaad op onrustbarende wijze voortgewoekerd had en zich in eiken tak van den kadastralen dienst openbaarde, zag men

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 27