133
gingscommissie-Rink (een Staatscommissie, in 1920 ingesteld) in
1924 verscheen.
Hierin werd (nadat in het tweede verslag uit 1922 reeds een
soortgelijke gedachte was geuit), op anderhalve pagina van het
verslag, geconstateerd dat de afdeling Hypotheken en Kadaster
geen bestaansrecht had, en zulks na een zeer summier onderzoek
door op kadastraal gebied volslagen leken.
Ook de landmetersopleiding, waarvoor Weygers gedurende zijn
gehele loopbaan had gestreden, werd belaagd; zij zou veel te duur
zijn, gezien het werk dat van de landmeters bij het kadaster werd
gevraagd.
Dank zij het in 1927 verschenen rapport van de op het eind van
1924 ingestelde Commissie-Heuvelink, die bestond uit onpartijdige
deskundigen, werd de Landmeterscursus te Wageningen gered.
Wel werd om bezuinigingsredenen een vrij groot aantal oudere
landmeters met vervroegd pensioen gezonden. De bijna 70-jarige
heer Weygers, die al datgene wat hij als ernstig kwaad voor het
hem toevertrouwde dienstvak beschouwde, niet vermocht te keren,
vond het ogenblik gekomen zijn pensioen aan te vragen. Hij ging
1 februari 1925 heen.
In 1922 werd hij onderscheiden als Ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw.
De dienst is hem grote dank verschuldigd. De achterstand bij
het kadaster, ontstaan door de mobilisatie 1914-1918, heeft hij
afdoende weten te bestrijden; aan de voorbereiding van de Ruil-
verkavelingswet 1924 heeft hij intensief deelgenomen; mede aan
hem is het te danken, dat aan de landmeter van het kadaster een
centrale positie in het ruilverkavelingsproces is toegekend.
De schriele personeelspolitiek maakte het de inspecteur haast
onmogelijk, de zo hoog nodige hermeting van het land enige voort
gang te doen vinden. In 1921 moesten alle hermetingswerkzaam-
heden worden gestaakt.
Vergeten mag ook niet worden, dat de wet op de kadastrale en
hypothecaire tarieven van 1922 voor een groot gedeelte het werk
van Weygers is.
Bij de wijzigingen in de hypothecaire boekhouding, die zich in
1926 voltrokken als gevolg van de rapporten van de Staatscom-
missie-1906 en de Commissie-Herwijnen, heeft WeYGERS een
belangrijk aandeel in de voorbereiding gehad.
Bij vele gelegenheden, vooral na de eerste wereldoorlog, heeft
hij bij salarisherzieningen de belangen van de kadasterambtenaren
bepleit. Nog lange tijd heeft hij van zijn pensioen kunnen genieten;
in de hongerwinter, dec. 1944, is hij overleden, 89 jaar oud.
Bij het vertrek van Weygers werd krachtens de resolutie van
30 jan. 1925, nr. 193, de afdeling Hypotheken en Kadaster opge
heven.
De adjunct-inspecteur H. van den Briel had de afdeling reeds
op 1 juli 1920 verlaten wegens pensionering. In zijn plaats heeft