135
werkwijze van de belastingdienst in al zijn onderdelen. Ook „hypo
theken en kadaster" is door de Commissie onderzocht.
In december 1929 bracht zij o.a. twee rapporten uit, één inzake
de bewaringen, waarin voorstellen tot algehele hypotheekvernieu
wing en verbetering van de boekhouding voorkwamen, en één
inzake de landmeetkundige dienst. Zeer vele bouwstoffen zijn toen
bijeengebracht, die nu voor een belangrijk gedeelte nog bruikbaar
zijn. De rapporten zelf zijn helaas niet gepubliceerd.
Alles wat op de hypotheekkantoren betrekking had, was in 1925
uit de attributen van de afdeling Kadaster geschrapt. Aan de
afdeling Successie en Personeel kwam alles wat personeel en mate
rieel van de bewaringen betrof.
Bij min.res. van 12 juni 1929, nr. 177 werd de afdeling Centrale
Directie opgericht, waartoe o.a. een bureau Personeel en een bureau
Organisatie behoorden. De resolutie van 26 okt. 1929, nr. 64 deed
m.i.v. 1 januari 1930 de afdeling Kadaster ophouden te bestaan.
Er werd een nieuwe afdeling Hypotheken en Kadaster in het leven
geroepen, deel uitmakende van de Administratie der Belastingen.
Attributen van de nieuwe afdeling waren:
Uitvoering van de wetten en besluiten betreffende de hypotheken
en het kadaster; ruilverkaveling; bijhouding van de Rijksdrie
hoeksmeting; een en ander voor zover het geen zaken van organi
satorische aard betreft, wordende de behandeling hiervan opge
dragen aan de afdeling Centrale Directie.
Bepaald werd nog dat:
a. de behandeling van zaken betreffende het technisch personeel
van het kadaster en de aanschaffing, onderhoud enz. van het
meubilair van de bureaus van het technisch personeel van het
kadaster overgaat van de afdeling Kadaster naar de afdeling
Centrale Directie;
b. de behandeling van zaken betreffende de hypothecaire en
kadastrale boekhouding ten hypotheekkantore overgaat van de
afdeling Indirecte Belastingen naar de afdeling Hypotheken en
Kadaster.
De leiding verkreeg Mr. H. Iwema, tot voor kort hypotheek
bewaarder te Leeuwarden en oud-landmeter, die weldra tot admi ni-
strateur werd benoemd. Ofschoon deze een zeer bekwaam man was,
bleek na enige tijd, dat hij op het departement eigenlijk niet op
zijn plaats was, hetgeen vooral was te wijten aan een psychische
stoornis, die hem dikwijls hinder bezorgde. Op 1 maart 1930 ging
ook de hoofdcommies Tinkelenberg met pensioen, zodat Iwema
als kadastrale eenling zijn taak moest vervullen.
In de nieuwe afdeling waren, zij het slechts gebrekkig, weer
twee diensten verbonden, die in werkelijkheid bij elkaar behoorden.
Dit was min of meer een gevolg van de voltrokken fusie tussen de
Registratie en de Directe Belastingen.
Al direct aan het begin van Iwema's periode viel het besluit