142 De oorlogsdreiging maakte voorzorgsmaatregelen nodig met betrekking tot het in veiligheid brengen van archieven en andere bescheiden, ingeval van een vijandelijke inval. De kadastrale minuutplans hebben, mede dank zij de genomen voorzorgen, bijna alle de oorlog overleefd. Op 1 augustus 1942 moest Houben aftreden wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Op arbeidscontract (als jongste bediende, zoals hij dit zelf noemde) hielp hij zijn opvolger nog bij diens adviserende taak van 1 november 1943 tot 1 juli 1945. Deze her inschakeling in het arbeidsproces vrijwaarde Houben voor uit wijzing uit Den Haag. Met ingang van 1 augustus 1942 werd tot Inspecteur van de hypotheken en het kadaster benoemd W. F. Stoorvogel, landmeter van het kadaster, hoofd van het hoofdbureau van de Dienst voor Buitengewoon landmeetkundig werk te Delft. Toen de Dienst voor B.L.W. op 1 januari 1941 begon te werken onder de supervisie van Prof. J. M. Tienstra te Delft, was er een hoofdambtenaar nodig die belast kon worden met de algemene leiding van de zes bureaus van de Dienst in de provincie en van het Centraal tekenbureau, dat in personele unie is verbonden met het Centrale opleidingsbureau, dat rechtstreeks onder het Ministerie ressorteert. Stoorvogel werd daarvoor weggehaald uit Eindhoven waar hij sinds 1 mei 1919 had gewerkt, eerst als landmeter, daarna sinds 1 januari 1931 als hoofd van het bureau. Onverbrekelijk met zijn persoon verbonden blijft de hermeting- Eindhoven, waarbij talloze jonge landmeters en tekenaars een tijd werkzaam zijn geweest. Een niet te onderschatten omstandigheid Stoorvogel heeft hierdoor zeer vele kadasterambtenaren van nabij leren kennen, wat hem later zo goed te pas is gekomen. Gezien zijn antecedenten was het geen wonder, dat Houben hem bij het Hoofdbestuur als zijn opvolger aanbeval. Aanvankelijk vervulde ook Stoorvogel slechts de rol van advi seur van de Directeur-Generaal der belastingen. Zijn bureau werd op Buitenhof 37 in Den Haag gevestigd, dus onder één dak met de landmeetkundige dienst en de bewaring aldaar, hetgeen vaak een groot gemak bleek wanneer er inlichtingen nodig waren, die vooral inzake de bewaringen nogal eens gewenst bleken. Het niet gehuisvest zijn in het hoofdgebouw van het Ministerie behoedde Stoorvogel voor evacuatie naar Deventer-Schalkhaar, waarheen het departement in 1943 werd overgebracht. Wegens het sterk teruglopen van het rechtsverkeer in onroerend goed was er een grote vermindering van de hoeveelheid werk bij de gehele dienst in de provincies, en uiteraard ook op het departement. Doch direct na de bevrijding werd de tussenkomst van de dienst t.b.v. de wederopbouw overal in den lande ingeroepen. Van ver woeste stadsgedeelten ontbraken goede kaarten; het nalaten van hermeting in de vooroorlogse tijd, toen er volop gelegenheid voor was, wreekte zich nu.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 44