146
voor Geodesie, waarin veel wetenschapsmensen zitting hebben,
niet op zijn plaats is geweest, al was zijn kennis omtrent geodetische
vraagstukken slechts voor een gering gedeelte aan de Delftse
Hogeschool verkregen.
De goodwill door hem bij buitenstaanders die met het kadaster
in aanraking kwamen, gekweekt, kan niet gemakkelijk overschat
worden.
Wat Stoorvogel bovenal in de dienst heeft trachten te bevorde
ren is de teamgeest, zonder welke veel arbeid nu eenmaal ten dode
gedoemd is.
De verhouding tot zijn naaste medewerkers bij de instelling
van de afdeling Kadaster en Hypotheken kreeg hij een landmeter
en een bewaarder aan zich toegevoegd was daarom ideaal te
noemen. Hij heeft nimmer een concept dat hem werd voorgelegd,
zonder meer naar eigen inzicht gewijzigd. Steeds vond eerst gemeen
schappelijk overleg plaats, zoals ook bij principiële, moeilijke zaken
altijd vooraf de materie op rustige wijze te zamen werd doorgepraat.
De nadruk moet hier vooral op het woord rustig vallen. Er zullen
niet veel diensthoofden zijn van wie zulk een goeddoende rust
uitgaat als van Stoorvogel.
Overhaasten liet hij zich nooit, zodat bij de viering van zijn
40-jarig ambtsjubileum in intieme kring de spreuk werd aange
haald: wat te vuur staat moet lang sudderen voor het goed gaar is.
Dit kan wel eens zijn nadelen hebben. In the long run echter is
het gelijk meestal aan Stoorvogels kant geweest; overhaaste
beslissingen wreken zich op den duur bijna altijd. Buitenstaanders,
die soms wel eens meer haast achter een bepaalde zaak wilden zien
gezet, moeten bedenken, dat zij niet alle problemen kunnen over
zien, die bij een beslissing mede tot oplossing moeten komen.
En dan de uitmuntende verstandhouding met de I.V.'s! Omdat
de Directeur tevens hoofd van de Dienst voor Buitengewoon
landmeetkundig werk en van de Bijhoudingsdienst van de Rijks
driehoeksmeting is geweest, bleef er direct contact met de buiten
dienst behouden; in zekere zin was hij dus onzer een op de regel
matig gehouden vergaderingen met de I.V.'s.
Alle dienstvraagstukken werden er openhartig besproken en
men zocht gezamenlijk naar een oplossing voor de vele vraagstukken
waarvoor de dienst na de oorlog kwam te staan. En dat waren er
nogal wat! De dienst in de provincie kan zich, dat is wel gebleken,
moeilijk een voorstelling ervan maken welke zorgen de dienstleiding
heeft gehad om de zaak draaiende te houden. Het aantal binnen
komende posten voor de gewone dienst, die dus welke meting ver
eisen t.b.v. de tenaamstelling van gedeelten van percelen, nam
van jaar tot jaar schrikbarend toe en daarmee tevens het aantal
controleursposten, die de stichting of sloping van gebouwen
betreffen. Naarmate het economisch beter ging in Nederland, werd
de werkgelegenheid ruimer; er ontstond tekort aan vakkundig
personeel. Wegkopen, ook van landmeetkundig personeel, was aan