149 kadastrale gegevens en op welke wijze deze gegevens het best kunnen worden verkregen en bijgehouden. Voorts moet de Commissie de wenselijkheid van een wettelijke regeling van het kadaster over wegen en zo nodig een wetsvoorstel dienaangaande aan haar rapport toevoegen. Vanzelfsprekend is de Directeur van Kadaster en Hypotheken aangewezen als lid van deze Staatscommissie, waarvan hij na zijn pensionering deel zal blijven uitmaken. Alle kadastermensen zien met buitengewone belangstelling uit naar het rapport van de Commissie, dat, naar iedereen hoopt, zal worden gepubliceerd. Bij zijn vertrek uit de dienst zal de Directeur wel niet de illusie koesteren, dat hij het iedereen naar de zin heeft gemaakt. Voor hem die een post als de zijne bezet heeft, geldt zeker het Franse spreek woord: ,,On ne peut pas contenter tout le monde et son père." Tallozen heeft hij met grote bereidwilligheid en met groot geduld te woord gestaan en vele verzoeken heeft hij aangehoord. Stand plaatskwesties waren er legio, mensen die meenden ten onrechte niet bevorderd te zijn nog meer. Natuurlijk konden er velen niet tevreden worden gesteld. Met de vertegenwoordigers van de diverse vakverenigingen is het contact steeds vruchtbaar geweest. De besturen van de Vereni ging voor Kadaster en Landmeetkunde, van de Vereniging van Hypotheekbewaarders en van de Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster waren op Buitenhof 37 steeds welkom, indien het reden had bepaalde punten te bespreken, waarover in de naaste toekomst beslissingen moesten vallen; het waren werkelijk niet alleen salariskwesties of bevorderingsmoge lijkheden die dan aan de orde waren. Met de Technische hogeschool (subafdeling Geodesie) was er ook vaak vriendschappelijk overleg, vooral sinds de geodetisch- ingenieur zijn wettelijk statuut had verkregen. Gelukkig dat zich ook wel meningsverschil tussen de Directeur en de hoogleraren uit Delft heeft voorgedaan. Het mooiste resultaat uit het contact met Delft geboren, is het tot stand komen van de nieuwe Handleiding voor de Technische Werkzaamheden van het Kadaster, samengesteld door het drietal Prof. ir. W. Baarda, D. de Groot en Ir. F. Harkink. Heel het dienstvak zag reeds jaren uit naar een nieuwe Instructie Kadaster. De oude I.K. die in 1918 tot stand kwam, bezat, behalve het euvel van „niet bij" te zijn, ook nog de eigenschap van vrijwel onleesbaar te zijn door het grote aantal wijzigingen, in de loop van bijna 40 jaar aangebracht. Reeds in Iwema's tijd was aan een ontwerp voor een nieuwe I.K. begonnen. Ook Houben heeft er nog aan gewerkt, doch het gelukte Stoorvogel pas in 1957 een nieuwe (losbladige) instructie gearresteerd te krijgen, waarbij niet onvermeld mag blijven, dat de oud-ingenieur-verificateur J. M. H. Heines in de samenstelling van de nieuwe I.K. een zeer groot aandeel heeft gehad.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 51