Herdenking van het 25-jarig bestaan van de
Vereniging van Civiel-landmeters en
Geodetisch-ingenieurs
186
films en een aantal lantaarnplaatjes vertoond, die opgenomen
waren door in het buitenland werkende leden van de vereniging;
vervolgens sprak Prof. Kruidhof een feestrede uit. De tekst van
deze rede is aansluitend in deze aflevering opgenomen. Ook voor
de hierna volgende aanbieding van de lustrumpublikatie verwijs
ik U naar de in deze aflevering geplaatste recensie van dit jubi
leumgeschenk, de kalender.
Tijdens de hierna volgende receptie werden leden, genodigden
en andere belangstellenden in de gelegenheid gesteld het bestuur
gelukwensen aan te bieden.
Het slot van de dag verenigde genodigden, leden en bestuur aan
een diner. Tijdens dit diner werden door de afgevaardigden van de
zusterverenigingen vele vriendelijke woorden aan de 25-jarige
gewijd. Aan het eind van de avond beantwoordde de voorzitter
deze sprekers.
Het bestuur van de vereniging van Civiel-landmeters en Geode-
tisch-ingenieurs is er zich van bewust, dat het feit dat deze dag
een zo geslaagd verloop heeft gehad, voor een zeer groot deel is
te danken aan het vele werk dat door de lustrumcommissie en de
lustrumboekcommissie werd verricht.
P. J. Bakker
Prof. A. KRUIDHOF,
hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen
Feestrede, uitgesproken tijdens de herdenkings-bijeenkomst van de Vereni
ging voor Civiel-landmeters en Geodetisch-ingenieurs, op 22 maart 1958 in
restaurant Royal" te Arnhem.
Het is al weer enkele maanden geleden dat de heer Van Wely
mij vroeg op Uw vijfde lustrum tijdens de lunch een verhaaltje
te houden. Ik vroeg hem wanneer dat zijn zou en toen bleek dat
het in maart was en daar maart toen nog ver in het verschiet lag,
heb ik toegezegd.
Het is nog maar heel kort geleden dat de heer Timmerman mij
een briefje stuurde met dank voor mijn bereidwilligheid. Tevens
werd het middagprogramma ingesloten. De lunch was daarop niet
meer te ontdekken. In plaats daarvan werd het een hele middag
maaltijd, met film, een feestrede en jubileumgeschenk op het menu
en gelukkig ook nog iets wat werkelijk verteerbaar zal zijn: het
diner.
Nu voel ik me als feestredenaar in het algemeen en in het bijzonder
voor Uw vereniging in verschillende opzichten niet op mijn plaats.
Aan het eind van deze rede zult U een aantal van mijn gebreken
in dit opzicht ontdekt hebben en daarover hoef ik U dus zelf niet