jaren als voorzitter of lid van tal van commissies hebt verricht.
Ik maak een uitzondering voor de Efficiency Commissie Kadaster
en voor de Reorganisatiecommissie registratie- en hypotheek
kantoren, waarvan ik de grote betekenis duidelijk voor mij zie.
Maar overigens moet ik volstaan met het noemen van een aantal
van de vele commissies, waarvan gij hebt deel uitgemaakt, t.w.
de Rijkscommissie voor Geodesie,
de Centrale Cultuurtechnische Commissie,
de commissie van Toezicht Herverkaveling Zeeland,
de sub-commissie B7-C inzake Normalisatie,
de commissie voor de Wetenschappelijke Atlas Nederland,
de commissie van de Broederschap der Notarissen inzake mechani
sche reproduktie
en tenslotte de sub-commissie Landmeetkunde M.T.O.
Ik weet dat U, bij de beslommeringen van alle dag, het zicht en
de belangstelling op de problemen van meer algemene aard be
houden heeft. Met name heeft U bezig gehouden de vraag naar de
algemene functie die het kadaster in een hoog ontwikkeld land als
het onze heeft. Uitvoerig hebben wij daarover van gedachten ge
wisseld bij de voorbereiding van de instelling van de Staatscommis
sie. Ik weet dat het U een grote voldoening is geweest dat deze
belangrijke Staatscommissie is ingesteld en dat aldus ook de tot
standkoming van een algemene kadasterwet in het verschiet is
gekomen. Ik acht het van grote waarde voor die Commissie, dat
gij ook na Uw aftreden als Directeur van het kadaster en de hypo
theken het lidmaatschap van die Commissie zult blijven vervullen.
Uw grote deskundigheid en veelzijdige ervaring zullen daar van
groot nut zijn.
Belangrijke Koninklijke onderscheidingen zijn U ten deel ge
vallen. In 1946 zijt gij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-
Nassau en in 1951 hebt gij het ridderkruis verworven van de Orde
van de Nederlandse Leeuw. Hare Majesteit de Koningin heeft aldus
Uw grote verdiensten erkend en Zij heeft U bij Uw eervol ontslag
Haar dank betuigd voor de belangrijke diensten, die U aan het
land heeft bewezen. Onder die omstandigheden rust op mij nog
slechts de taak te getuigen van de gevoelens van grote waardering
die ook aan het Ministerie van Financiën voor U bestaan en van
het verlies dat het Ministerie van Financiën en de dienst van het
kadaster bij Uw vertrek lijdt, en U ten slotte dank te zeggen voor
de stijlvolle en prettige wijze waarop U daar met ons heeft gearbeid.
Ik spreek tenslotte de hoop uit dat U, met Uw familie, nog vele
jaren in gezondheid zult kunnen doorbrengen.
io6