Toespraak van de Ingenieur-verificateur J. H. Sanders Mijnheer de Directeur Mevrouw Stoorvogel Mijnheer de Regeringscommissaris voor de Belastingen Dames en Heren Dat zovelen uit ons dienstvak en ook velen uit andere kringen hier zijn samengekomen om afscheid te nemen van onze Directeur, terwijl een groot aantal van U zich hiervoor het afleggen van een lange reis heeft moeten getroosten, bewijst wel, dat de Heer Stoor vogel in ons midden een zeer bijzondere plaats inneemt. Ieder afscheid heeft een weemoedige kant, zowel voor de ver trekkende als voor hen die blijven. Ik geloof echter, dat er in dit geval alle aanleiding bestaat om de klemtoon zwaarder te leggen op ,,un peu" dan op „mourir". Waarom Zeker niet omdat het ons maar in geringe mate zou beroeren, dat de stoel van de Directeur binnenkort door een andere topfunctionaris zal worden bezet, hetgeen zou betekenen, dat we min of meer lauw staan tegenover de persoon van de Heer Stoor vogel. Het tegendeel is waar en vooral zijn naaste omgeving op het Buitenhof zal ongetwijfeld tijd nodig hebben om zich vertrouwd te maken met een nieuwe situatie. Maar er zijn nu eenmaal feiten die in belangrijkheid ver uitgaan boven persoonlijk wel en wee, en belangrijker dan het al of niet aanwezig zijn van een bepaald persoon is het spoor dat hij achter laat als mens en als ambtenaar. Ik geloof trouwens niet dat we deze zaken los van elkaar kunnen zien. En nu zou ik willen vragen: „Heeft de Heer Stoorvogel een spoor nagelaten en hoe ziet dat spoor er uit?" Willen we op deze vragen een zo objectief mogelijk antwoord verkrijgen, dan zullen we een duik in het verleden moeten nemen en, zij het ook in a nut shell, de periode van de laatste 40 a 45 jaar nog eens op het doek moeten projecteren. Hoe zag het Kadaster er uit, hoe zag de landmeetkundige dienst er uit, toen de Heer Stoorvogel op 1 februari 1915 te Breda als adspirant-landmeter zijn intrede deed bij ons dienstvak Ik had me bijna laten verleiden om te zeggen „als schuchter jongeling" maar ik ben er lang niet zeker van of deze kwalificatie de toets der kritiek kan doorstaan. Trouwens, het was ook niet de eerste werkkring die hij entameerde, want tevoren had hij ruim een jaar het onderwijs gediend. Ben ik wél ingelicht, dan was het de oud-landmeter Hornix, die richting heeft gegeven aan de eerste, vermoedelijk toen nog wel wankele, schreden op het kadastrale velddienstpad van onze Directeur. Dat de Heer Hornix het gelaten zou hebben bij kada strale scholing alleen, zullen de ouderen (misschien alleen de oud sten) onder U mogelijk met een korreltje zout nemen. io7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 9