193
groeid worden. Men is er niet door het lidmaatschap, maar door de
waardigheid die voor dit lidmaatschap een vereiste is. Ik geloof
dat U op de goede weg bent. Wij volgen deze ontwikkeling met
belangstelling.
Dit waren enkele bespiegelingen die in zekere zin een toekomst
verwachting inhouden. Wanneer we dan tot het heden en tot het
meer reële niveau terugkeren dan blijkt dat van de oorspronkelijke
opzet, het instituut van civiel-landmeter in Nederland te vestigen,
niet zoveel is terecht gekomen. Daartegenover staat dat zowel
de civiel-landmeter als de geodetisch-ingenieur de leiding van de
landmeetkundige werkzaamheden van overheidsinstellingen en
particuliere ondernemingen wordt toevertrouwd. Ik noemde reeds
de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat. De Spoorwegen,
de Topografische dienst en de Hydrografische dienst en verschil
lende grote gemeenten zijn gevolgd. De mijnen hadden hun onmis
bare mijnmeters, een categorie die zich te midden van hun boven
grondse collega's meer en meer thuis ging voelen. De provincies,
waterschappen, Staatsbosbeheer, Heidemaatschappij, de Grontmij,
het Bureau Van Steenis, de B.P.M., de K.L.M. hebben op enigerlei
wijze hun geodetisch-ingenieur in dienst. Velen Uwer hebben een
belangrijke levensvervulling gevonden in het wetenschappelijke
werk dat in de geodetische laboratoria der hogescholen wordt
verricht. En tenslotte noem ik nog het onderwijs aan de Hogere
technische scholen en andere opleidingsinstituten.
Weliswaar zijn een deel van de 114 leden, die Uw vereniging
thans telt, bij het Kadaster werkzaam, maar de meesten vinden
hun arbeidsveld toch elders, hier of in het buitenland. Dat betekent
dat daar waar men vroeger op de allerbedroevendste manier met
kaarten knoeide en op deze wijze dure en slechte resultaten verkreeg
nu rationeel wordt gearbeid tot zegen van de opdrachtgever en de
maatschappij. Nog ligt een groot gebied onontgonnen, vele kleine
gemeenten zouden gebaat zijn met deskundige landmeetkundige
hulp.
Het is dan ook een gelukkig vervolg op de ontwikkeling van het
instituut van de geodetisch-ingenieur, dat een middelbare opleiding
op gang is gekomen. Onder de top zal de nu vaak nog ontbrekende
basis kunnen worden geschoven. En mocht er hier of daar, en dat
zal in de toekomst nogal eens voorkomen, geen top aanwezig zijn,
dan kan hier een oplossing worden gevonden in de richting die de
heer Koeman heeft aangegeven. Het instituut van adviserend
geodetisch-ingenieurs (een consulent dus).
Bij het vervullen van mijn taak de geschiedenis van Uw vereni
ging op een niet al te gebruikelijke wijze weer te geven ben ik in
tweeërlei opzicht ontspoord.
I11 de eerste plaats heeft het toch nog teveel tijd in beslag genomen,
en in de tweede plaats heb ik veel te weinig feiten en personen
genoemd. Ik had één van mijn vrienden uit de F.I.G. tot voorbeeld
moeten nemen, dan had ik ieder van U een allercharmantst