Aper^u des services topométriques aux Pays-Bas ■Al' 204 soms in samenwerking met het Kadaster. Dit bureau, waaraan tot voor kort 152 personen waren verbonden, voert tevens buitenlandse opdrachten uit t.b.v. het traceren van wegen en spoorlijnen, het aanleggen van havens en het opsporen van olie. Na dit overzicht van Nederlandse diensten en instellingen nog enkele opmerkingen over de wetenschappelijke en onderwijsinstituten op land meetkundig gebied. Het International Training Centre for Aerial Survey (I.T.C.) richt zich op de bestudering van fotogrammetrische problemenvele buitenlanders ontvangen hier instructie in het gebruik van fotogrammetrische methoden en instrumenten. Het laboratorium voor geodesie, verbonden aan de Technische hogeschool te Delft, is het wetenschappelijk centrum waar geodetisch-ingenieurs hun opleiding ontvangen. Aan de Landbouwhogeschool te Wageningen is verbonden het laboratorium voor landmeetkunde, waar onder meer de cultuurtechnisch-ingenieur, de bosbouwkundig-ingenieur en landschapsarchitect worden opgeleid. De afdeling Landmeetkunde verbonden aan de Hogere Technische School te Utrecht verzorgt de opleiding van landmeetkundigen op middelbaar niveau. Jusqu'en 1930 environ, le Cadastre était a peu prés la seule institution topométrique aux Pays-Bas. Ses cartes se basaient sur des relevés établis au début du XlXe siècle d'après des instructions franfaises. L'échelle le plus souvent utilisée était au 2500e et c'était une carte qui répondait géné- ralement aux exigences de la société d'alors. Avec le développement de la vie moderne, le besoin de cartes précises pour des fins trés diverses se faisait de plus en plus sentir. Dans des cas isolés, le cadastre satisfaisait a ces besoins par de nouveaux relevés, réalisant des cartes a l'échelle au 1000e. Ce faisant, le cadastre répondait aussi a ses buts juridiques en portant son attention sur la fixation exacte des droits immobiliers. Dans les gros travaux cependant tant d'autres données pouvaient intéresser les projets techniques qu'il devenait nécessaire de créer d'autres services topométriques, avec des buts spécialisés. A titre d'exemple, citons le Service géométrique du Rijkswaterstaat (Département des Eaux, Ponts et Chaussées), les services topométriques des provinces Noord-Brabant et Overijssel et des communes Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, La Haye, Tilburg et Breda. Les chemins de fer (Nederlandse Spoorwegen) de leur cöté établirent un service a eux, suivis de la Nederlandse Heidemaatschappij et de la Grontmij (sociétés privées de génie rural). Quelques rares bureaux privés trouvèrent également la possibilité de faire travail utile. i""-»

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 6