284 grootte en de verdeling van de zwaartekrachtsanomalieën over de gehele aarde. Omdat zowel de zwaartekrachtsanomalieën als de afstanden N relatief zeer klein zijn ten opzichte van de gemiddelde zwaartekracht en de gemiddelde aardstraal, behoeven deze laatste grootheden slechts bij benadering bekend te zijn. Voor de berekening van N is dus vereist, dat overal op aarde zwaartekrachtsmetingen zijn verricht. Dit is tegenwoordig nog slechts ten dele het geval; ten tijde van Stokes was er in het geheel geen sprake van. Het waarnemings materiaal was zeer gering en had bovendien alleen betrekking op het vaste land. Dit is er dan ook de oorzaak van, dat de theorie van Stokes lang op toepassingen heeft moeten wachten. Wel heeft Helmert omstreeks 1880 enkele voorlopige berekeningen gemaakt, maar alleen met het doel om enig inzicht te krijgen in de orde van grootte van de afwijkingen van de geoïde ten opzichte van de ellipsoïde. Hij was zich echter zeer goed bewust van het gebrek aan waarnemingsmateriaal, vooral wat de 71 van de aarde betreft, die door zeeën is bedekt en waar toentertijd geen waarnemingen met voldoende nauwkeurigheid konden worden verricht. Toen echter bijna een halve eeuw later, in 1925, Vening Meinesz een methode ontwikkelde om de zwaartekracht op zee in een duik boot met voldoende nauwkeurigheid te bepalen en toen hij boven dien in de daaropvolgende jaren een groot aantal waarnemingen op de oceanen verrichtte, zowel met het oog op de vormbepaling van de aarde, als om geofysische problemen op te lossen, heeft in 1934 Hirvonen, als eerste, een nieuwe poging gewaagd, maar ook hij zegt van zijn uitkomsten: „The results we have attained leave plenty room for improvement as regards reliability". Een volgende poging ondernam in 1948 de, zeer jong gestorven, geodeet Tanni, evenals Hirvonen een Fin. Hij kon toen al over heel wat meer materiaal beschikken. Immers de methode van Vening Meinesz werd door verschillende landen, waarvan de marine over duikboten beschikt, overgenomen. In 1928 reeds door de Verenigde Staten, in 1931 door Italië en Japan, dan in 1933 door Frankrijk en Rusland, vervolgens door Engeland en later nog door verschillende andere landen. Tanni komt tot de conclusie, dat de afwijkingen van de geoïde t.o.v. de normaalsferoïde nergens groter blijken te zijn dan ongeveer 60 meter. Hij neemt ook weer een zekere reserve in acht, als gevolg van het nog onvolledige waarnemings materiaal. Onnodig te zeggen, dat de geodeet geneigd is een ieder die op reis gaat, in het bijzonder naar onbekende gebieden, een gravimeter mee te geven. Tijdens de oversteek in het Zuidpool gebied van Weddell Sea naar McMurdo Sound via de Zuidpool heeft Dr. Fuchs in de afgelopen winter vele zwaartekrachtswaar nemingen verricht en de opzienbarende tochten van de Ameri kaanse atoomduikboten onder het ijs van de Noordpool openen ongekende mogelijkheden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 10