287
zowel schietloodafwijkingen als zwaartekrachtsanomalieën, één
zelfde oorzaak hebben, namelijk de onregelmatige verdeling van de
aardmassa's, moet tussen beidé een betrekking bestaan. In 1928
heeft Vening Meinesz formules ontwikkeld om op directe wijze de
schietloodafwijkingen in breedte en in lengte te berekenen. Hij gaat
daarbij uit van de vergelijking van Stokes voor de afstand tussen
geoïde en ellipsoïde, die hij naar X- en Y-richting differentieert.
Uit deze formules blijkt, dat de invloed van de naburige zwaarte
krachtsanomalieën omgekeerd evenredig is met het kwadraat van
de afstand tot het beschouwde punt, dit in tegenstelling tot de
invloed van de anomalieën op de afstand tussen geoïde en ellipsoïde,
die omgekeerd evenredig is met de afstand zelf. Door deze kwadra
tisch afnemende invloed kan, zodra men een behoorlijk zwaarte-
krachtsveld rondom een punt heeft, bijv. met-een straal van
enkele honderden kilometers, een vrij betrouwbare berekening voor
de schietloodafwijkingen van dat punt worden gemaakt. Het voor
deel van deze methode boven het geodetisch-astronomisch nivelle-
ment is, dat men haar, gegeven dat de anomalieën bekend zijn,
overal ter wereld kan toepassen, zowel te land als ter zee, en aldus
ook ter zee een inzicht krijgen van de afwijkingen van de geoïde ten
opzichte van de ellipsoïde. Maar bovendien is de ligging van de
ellipsoïde steeds dezelfde. Zij is immers de normaalellipsoïde, die
nagenoeg samenvalt met de normaalsferoïde, het potentiaaltheore-
tisch model van Stokes, dat met zijn zwaartepunt samenvalt met
het zwaartepunt van de aarde.
Door nu astronomische waarnemingen met de op deze wijze ge
vonden schietloodafwijkingen te corrigeren, verkrijgt men de onder
linge ligging der punten in coördinaten van één uniform coördinaten
systeem op deze normaalellipsoïde, dat geldt voor de gehele aarde.
Een typisch voorbeeld van de berekening van deze grootheden
ter zee, is dat hetwelk Dr. de Vos van Steenwij k gedurende zijn
onderduikperiode in de tweede wereldoorlog berekende van Oost-
Indonesië, gebaseerd op de vele zwaartekrachtswaarnemingen die
door Vening Meinesz aldaar werden verricht. Hoe groot de
onregelmatigheden van de geoïde daar zijn, moge blijken uit de
grote waarden voor de afstand tussen geoïde en ellipsoïde, namelijk
van 1 tot +30 m en uit de grote waarden voor de schietlood
afwijkingen namelijk tot 40". Ook het nabijgelegen Nieuw-Guinea,
waar thans nog niet voldoende zwaartekrachtswaarnemingen voor
dergelijke berekeningen beschikbaar zijn, zal waarschijnlijk grote
schietloodafwijkingen vertonen, zoals blijkt uit een onderzoek van
Verstelle, die zowel met behulp van Decca-zenders als van astrono
mische waarnemingen de plaats van enkele punten in de omgeving
van Merauke bepaalde en daarbij grote tegenstrijdigheden vond.
In Nederland is de berekening van deze grootheden nog niet op
systematische wijze aangevat. Thans, nu sinds kort de Noordzee
gravimetrisch is opgenomen, kan hiermede een aanvang worden
gemaakt. Van enkele stations zijn voorlopige schietloodafwijkingen