band tussen oude en nieuwe toestand en moet dus uitsluitend daarop
gericht zijn.
2. De tweede schatting blijve evenals vóór 1954 beperkt tot de
waardeveranderingen tengevolge van de handelingen, bedoeld
bij artikel 54 der wet. Dit is de meest logische constructie.
3. De waardevermeerdering kome voor zover nodig mede ten
goede aan de sanering.
4. De niet gesubsidieerde kosten van de ruilverkaveling, vermin
derd met het totaal der waardeveranderingen, worden over de
kavels omgeslagen volgens een daartoe op te stellen en in het plan
van ruilverkaveling op te nemen classificatie. Dit is typisch het
werk van de plaatselijke commissie die deze kwestie op het ogenblik
van het opmaken van het plan volkomen kan overzien. Hiervoor
zou door de centrale commissie een systeem uitgewerkt kunnen
worden, al moet daarbij bedacht worden dat elke ruilverkaveling
haar bijzondere aspecten heeft. De kostenomslag behoort in geen
geval in handen van de schatters te zijn.
5. Zo mogelijk worden alle geldelijke regelingen wegens waarde
veranderingen, schadeloosstellingen e.d., die immers moeilijk te
scheiden zijn van het plan van ruilverkaveling, in dat plan op
genomen. Dit impliceert een snelle uitvoering van de grondver
beteringswerkzaamheden, wat tegenwoordig met mechanische
werkwijzen mogelijk is.
6. Slechts in bijzondere gevallen, als de akte van ruilverkaveling
anders teveel opgehouden zou worden, moet de mogelijkheid
bestaan het plan van ruilverkaveling te splitsen in een plan van
toedeling en een lijst van geldelijke regelingen, in het algemeen
slechts de waardeveranderingen betreffend. Dit houdt in dat de
blokken niet nodeloos groot moeten zijn. Trouwens, dit is uit een
organisatorisch oogpunt niet juist. Snelle uitvoering van niet te
grote blokken vordert aanzienlijk minder tijdsbesteding en is voor
de eigenaren en gebruikers ook van zeer groot belang. We kunnen
dan tevens meer hectaren per jaar afleveren.
En tot slot spreek ik de hoop uit, dat men bij een volgende wets
herziening van den beginne af vertegenwoordigers van de ruil-
verkavelingsdienst inschakelt. De landmeters zijn uiteraard door
en door met de moeilijkheden van de procedure en van de prak
tische uitvoering vertrouwd. Medewerking van hun zijde kan der
halve van veel nut zijn. Dit artikel zij alvast een bijdrage ten behoe
ve van een herziening, die toch vroeg of laat komen moet.
Het voorgaande was reeds geschreven, voordat ik kennis kon
nemen van een artikel in het Landbouwkundig Tijdschrift van
januari 1958 van de hand van P. D. Krijger, ingenieur bij de
Cultuurtechnische dienst, getiteld: „De schatting van gronden in
een ruilverkaveling volgens de ruilverkavelingswet 1954"- De
schrijver komt tot de conclusie, dat de schatting volgens de wet-1954
beter is dan die volgens de oude wet en noemt daarbij in het bij-
303