eenstemming te geraken. Lukt dit niet, dan worden de bezwaren
vervolgens behandeld door de rechtercommissaris, die de kavel
indeling vaststelt en de nog overgebleven bezwaren verwijst naar
de arrondissementsrechtbank. De rechtbank beslist in hoogste
instantie. Is het plan aldus komen vast te staan, dan kan vervolgens
worden overgegaan tot het opmaken van de akte van ruilverkave
ling, welke in de openbare registers wordt overgeschreven en als
titel geldt voor de daarin omschreven rechten. Op dat moment
wordt dus de nieuwe eigendomstoestand juridisch geëffectueerd.
In de ruilverkaveling Beekbergen heeft de arrondissements
rechtbank te Zutphen naar aanleiding van een bezwaar tegen het
plan van ruilverkaveling een vonnis gewezen, waarbij meer werd
beslist dan waartoe de rechtbank bevoegd was en ten gevolge
waarvan het niet mogelijk is een akte van ruilverkaveling op te
maken. Dit heeft er toe geleid, dat, terwijl de nieuwe kavels thans
reeds langer dan 4 jaar in gebruik en in bezit zijn genomen, de
betrokkenen nog steeds zijn aangewezen op de oude eigendoms
toestand, zoals deze is aangegeven in de kadastrale registers en
die in feite niet meer bestaat. Het is duidelijk, dat het rechtsverkeer
hierdoor volledig wordt belemmerd men denke slechts aan
moeilijkheden bij koop en verkoop en bij boedelscheidingen
terwijl ook bij executie van hypotheken of vonnissen onoverkome
lijke moeilijkheden rijzen. Slechts door een speciale wettelijke voor
ziening zal het mogelijk zijn uit deze impasse te geraken.
Studiekring voor Cultuurtechniek
De gemeenschappelijke najaarsbijeenkomst 1958 van de Studie
kring voor Cultuurtechniek van het Koninklijk Genootschap voor
Landbouwwetenschap en de Sectie voor Cultuurtechniek van het
Koninklijk Instituut van Ingenieurs zal worden gehouden op
donderdag 20 november ig$8 en zal worden gewijd aan
,,De Kavelinrichting in Ruilverkavelingen"
Op deze bijeenkomst, die geleid zal worden door Prof. ir. G. F.
Witt, hoogleraar in de planologische geodesie aan de Technische
Hogeschool te Delft, zullen verschillende aspecten van de kavel
inrichting worden belicht door:
Ir. A. D. Oostra, wetenschappelijk medewerker van het Instituut
voor cultuurtechniek en waterhuishouding te Wageningen,
Ir. C. P. Lambregts, hoofdingenieur-directeur van de Cultuur
technische dienst te Tilburg en
Ir. M. H. Warners, landmeter van het kadaster bij het bureau
van de ruilverkavelingsdienst te Arnhem.
Op de convocaties voor deze bijeenkomst zullen te zijner tijd
nadere bijzonderheden worden vermeld omtrent het programma
en de plaats van samenkomst. De Secretaris,
Ir. W. M. Otto.
305