279 Zowel voor de variatie van de zwaartekracht als voor de vorm van de ellipsoïde bezigde ik de uitdrukking „in grote trekken". De on regelmatige massaverdeling in de aarde veroorzaakt namelijk lokale en regionale afwijkingen van deze algemene tendentie, die de variatie van de zwaartekracht vertoont. Deze afwijkingen zijn er op hun beurt weer de oorzaak van, dat de geoïde en alle andere niveauvlakken een onregelmatige vorm vertonen, die afwijkt van een omwentelingsellipsoïde en dat ze niet, zoals dit oppervlak, aan een eenvoudige analytische vergelijking voldoen. Reeds Bouguer gaf zich rekenschap van de invloed van de onregelmatig verdeelde aardmassa op de vorm van de niveau vlakken. Op reis van Guayaquil naar Quito kwam hij de 6300 m hoge berg Chimborazo voorbij, en hoewel zijn opdracht uitsluitsel moest geven over de vraag of de aarde een omwentelingsellipsoïde was, die draaide om de korte of lange as van de ellips, vroeg hij zich toen reeds af, of de vorm van de aarde wel door zulk een eenvoudig oppervlak kon worden beschreven. Immers een geweldige massa, als die van de Chimborazo, moest invloed hebben op de richting van de zwaartekracht en daar deze richting loodrecht staat op het niveauvlak, moest ook het verloop van dit vlak door deze berg worden beïnvloed. Energiek als Bouguer was, trachtte hij, behalve zijn eigenlijke opdracht, later ook dit vraagstuk door metingen tot een oplossing te brengen. Hij koos daartoe een standplaats ten zuiden aan de voet van de berg en mat daar zenitafstanden van een zeker aantal sterren. Vervolgens koos hij een tweede standplaats op dezelfde parallelcirkel meer westelijk en verder van de berg verwijderd en herhaalde daar dezelfde metingen. Toen bleek, dat de uitkomsten van de eerste standplaats een systematisch ver schil vertoonden met die van de tweede. Dit duidde op een storing van de richting van de zwaartekracht door de aanwezigheid van de grote berg. Ter controle ging hij toen de massa van de berg bepalen en berekende hiermede volgens de gravitatiewet van Newton, hoe de richting van de zwaartekracht in beide standplaatsen door deze massa moest worden beïnvloed. Hij ontdekte hierbij, zonder te weten welke grote betekenis aan dit feit kon worden gehecht, een tegen spraak tussen zijn astronomische metingen en zijn berekeningen volgens de gravitatiewet van Newton. Volgens deze laatste berekeningen moest het systematisch verschil in zenitafstanden veel groter zijn. Bouguer komt dan tot de merkwaardige conclusie, dat de berg waarschijnlijk hol is, zoals hij van enige uitgedoofde vulkanen in de Andes veronderstelde, dat ze waren leeggeblazen. Hoewel Bouguer zich hiervan niet bewust was, blijkt hij hier, als eerste in de historie, te stuiten op een later algemeen bekend geworden eigenschap van de aardkorst, die der isostasie. We komen hier later nog op terug.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 5