338 Wellicht kan Zwitserland met haar vele en jonge ervaringen zeer veel bijdragen tot de bestudering en de uitwerking van de vele problemen die het kadaster betreffen. Sommige van deze problemen liggen niet meer op het niveau van commissie II alleen; ook andere commissies hebben met hetzelfde probleem te maken. Uit de ver gadering is dan ook de wens naar voren gekomen om te geraken tot een betere samenwerking tussen de commissies onderling. Uit het vele goede werk dat door Commissie II is verricht, alsmede uit het programma van werkzaamheden dat nog door haar zal moeten worden afgewerkt, blijkt wel, dat het zeer juist is geweest, dat aan deze commissie een permanent karakter is gegeven". De Heer F. W. Avenarius berichtte over Commissie III als volgt „Gelijk in de natuur de felle kleuren van de afgelopen zonnige zomer oplossen tot zachte diepwarme herfsttinten, zo vervagen de scherpe levendige indrukken van het IXe F.I.G. congres tot nauwe lijks afgebakende herinneringen, die waarschijnlijk nog lang zullen blijven voortleven. Dat is goede herinneringen eigen. En het IXe F.I.G. congres was een goed congres, ondanks of, naar wij hopen, mede dank zij Commissie III, wier werkgebied met „Instrumenten, Methoden, Fotogrammetrie en Cartografie" even kort gedefinieerd als onbegrensd is. De taak van Commissie III op het F.I.G. congres is een beeld te geven van de technische ontwikkeling voorzover deze betrek king heeft op het werkgebied van de landmeter, in de ruimste zin over de periode van congres tot congres. Het geproduceerde beeld wordt in eerste instantie bepaald door de tijdsduur van het congres men vergelijke Commissie III met een expositie waar „de vooruit gang op velerlei gebied" wordt tentoongesteld. De zittingen van de commissie vormen de „rondleiding", met de president van de commissie als gids. Deze staat dan voor de moeilijkheid de beschik bare tijd te verdelen en een keuze te maken uit wat hij wel en wat hij niet zal laten zien. Op het IXe F.I.G. congres kwam het meten ten behoeve van de mijnbouw nauwelijks aan de orde: het staat nu voor het Xe congres in Wenen op het programma. Ook over geodetische astronomie is niet gesproken dit terrein ligt voor een groot deel op het gebied van de wetenschappelijke organisaties. Maar overigens hebben vrijwel alle facetten van het tussen deze twee polen gelegen en door geodeten betreden werkgebied in Commissie III een beurt gehad. Uiteraard schitterde het ene facet sterk en glinsterde het andere slechts flauwtjes, maar dat was afhankelijk van onderwerp en inleider. De eerste spreker op de eerste zitting van Commissie III was Prof. Kobold uit Zürich. Hij zou een inleiding houden over „Nieuwe instrumenten in de Geodesie", een onderwerp waar hij ook een speciaal rapport over zou schrijven. Nu is het niet prettig een rap port of een artikel vóór een bepaald tijdstip te moeten schrijven, maar het is beslist naar als men er dan ook nog geen tijd of mogelijk-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 12