343 en „Les plans topométriques urbains", samengesteld door A. Laqueuille, Parijs. Voorts waren rapporten ontvangen van de nationale rappor teurs van de navolgende landen: Amerika, België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Polen, Zweden en Zwitserland. Deze nationale rapporten behandelden onderwerpen, die in de betreffende landen van actuele betekenis waren of om andere rede nen de bijzondere interesse van de rapporteurs hadden. Uit de natio nale rapporten had de president een voortreffelijk presidentieel rapport samengesteld, waarin de hedendaagse planologische en stedebouwkundige problemen op een bijzonder heldere wijze waren behandeld. Nadat de president dit rapport op de eerste zitting had uitgesproken, werd hem dan ook terecht bij monde van de Amerikaanse gedelegeerde hulde gebracht voor zijn eminente bij drage. Tijdens de tweede zitting van de commissie hebben de nationale rapporteurs gelegenheid gekregen hun rapporten toe te lichten, terwijl in de derde zitting de speciale rapporten aan de orde werden gesteld. Bij de algemene discussies in de commissie bleek telkens opnieuw voor welke problemen de stedebouwkundigen geplaatst worden door de omvang van het huidige stadsverkeer en de verwachte toename daarvan in de naaste toekomst. Het voorstel van de president om de bijeenkomsten te besluiten met een bezoek aan Rotterdam en daarmee een stuk moderne stede- bouw in de praktijk te bezichtigen, vond veel bijval. En zo wandelde een internationaal gezelschap van ongeveer 30 deelnemers op een stralende dag in september dóór de Rotterdamse binnenstad. Deze spontaan georganiseerde excursie werd besloten met een rondvaart door de havens". De contactsecretaris voor Commissie V (jonge landmeters), Ir. J. G. Tiemeijer, gaf het volgende overzicht: „De belangen van de jonge landmeters in de meest algemene zin van het woord hebben reeds gedurende vele jaren een onderwerp van studie uitgemaakt voor de hiermede belaste organen van de F.I.G. Om een indruk te krijgen van de in de loop der jaren bestudeerde onderwerpen zouden hier kunnen worden genoemd de school- en praktijkopleiding der jonge landmeters, de uitwisse ling van studenten in internationaal verband, de oprichting van jongeren-organisaties, het internationaal contact tussen jonge ge diplomeerden alsmede de voorwaarden, welke dienen te worden verbonden aan het uitoefenen van het beroep in de praktijk. De bestudering van de desbetreffende stof in het kader van de F.I.G. is opgedragen aan een tweetal studiecommissies, te weten de Technische Commissies V (Jeunes Géomètres) en VII (Enseigne- ment professionnel)Laatstgenoemde commissie houdt zich bezig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 17