35o
vraagstuk. Moet het „surveying", of „geodetic engineering", of
„cartographic engineering" zijn In Amerika is men het hierover
blijkbaar nog niet eens. Een „surveyor" is te algemeen, dat kan
ook een schatter wezen. De heer Barry stelt daarom de termen
„geometronics" en „geometronic engineering" voor.
Een aparte noot werd in de besprekingen gebracht door de
Zwitser Jean F. Richard, vurig wereldfederalist, europeaan en
actief artikelschrijver. Hij had, behalve het Zwitserse nationale
rapport, en een opstel over het recht in de opleiding, nog een per
soonlijk rapport ingediend over: „L'efficience de la Commission
VII", en „L'enseignement supérieur europeen". In het eerste deel
van het rapport wijst de heer Richard op de toekomstige eenheid
van Europa en de daaruit nog meer dan vroeger voortvloeiende
noodzaak, de opleidingen in de verschillende Europese landen, op
het zelfde peil te brengen, ze zoveel mogelijk concordant te maken
en daardoor de gelijkwaardigheid der diploma's te bereiken. Daarom
moet de commissie de hieruit voortvloeiende problemen bestuderen
en aan het volgend Congres de nodige suggesties te doen. Om dit
te kunnen doen, moet de commissie niet eens per vier jaar, tijdens
een congres vergaderen, maar geregeld, minstens éénmaal per j aar.
De commissie moet dus permanent worden. Aldus is ook aan het
Comité Permanent voorgesteld. Als secretaris is de heer Richard
aanbevolen.
Bij het laatste onderdeel is gedacht aan een speciale leergang
voor gediplomeerde ingenieurs te Lausanne, ter uitbreiding en ver
dieping van hun kennis en inzicht. Men overweegt een cursus van
drie maanden met lessen over onderwerpen alsEuropese economie,
Europese geschiedenis, Cybernetica, Automatie enz. Men wil
starten in april 1959. De Heer Richard hield een vurig pleidooi
om collega's op te wekken de leergang bij te wonen. Hoewel hieraan
uiteraard nogal wat moeilijkheden verbonden zijn, leek het denk
beeld elkeen echter toch interessant.
In de vierde en slotvergadering, die slechts matig bezocht was
en kort duurde, werden de eindresoluties aangenomen en verwerkt
in het „Rapport final"."
Het Comité Permanent is tweemaal bijeen geweest in Scheve-
ningen. De eerste vergadering werd in hoofdzaak gewijd aan het
afdoen van een aantal huishoudelijke agendapunten. In de tweede
vergadering is een voor Nederland belangrijke beslissing genomen.
Daar Prof. dr. Louis Hegg (Zwitserland) had te kennen gegeven,
dat hij het presidium van het „Office International du Régime
Foncier" aan een ander wilde overdragen, is, op een daartoe door
Nederland gedaan voorstel, besloten het Office naar ons land over
te brengen. Tot president is benoemd de directeur van het Neder
landse kadaster, Mr. ir. S. M. Meelker. Door het dagelijks bestuur
van de F.I.G. zal een vice-president en een secretaris worden aan
gewezen. België heeft bepaalde steun toegezegd aan het Office.