RECHT EN ADMINISTRATIE 355 te voeren, verder meerdere bases, gelijkmatig over het net verdeeld, te meten, enkele hoekmeting toe te passen en in de randpunten het explement bij te meten. Zowel de deelnetten als het daaruit af geleide net van de Ie orde worden volgens de methode Schleier- macher vereffend, terwijl voor de bepaling van de coördinaten van de driehoekspunten van lagere orde de affiene aansluiting voor de hand ligt. De voor de randpunten verkregen dubbele coördinaten worden gemiddeld. De hier aangegeven methode biedt in principe praktische moge lijkheden voor de vereffening van het Nederlandse driehoeksnet in zijn geheel met bijbehorende nauwkeurigheidsbepaling van de resultaten. Daar bij de primaire metingen van ons net de methode van Schreiber is toegepast, waaruit onafhankelijke richtingen, maar afhankelijke hoeken volgen, zullen de afgeleide primaire hoeken in naastliggende driehoeken niet meer onafhankelijk zijn. Met het oog hierop zou mogelijk bij ons het verstevigen van de rand punten door omranden van de deelnetten kunnen worden toegepast, hetgeen bij meten in alle, uitgezonderd de uiterste, randpunten voor komt. Ir. M. Haarsma Litteratuuroverzicht Dr. F. Kurandt, Grundbuch und Liegenschaftskataster. Sammlung Wichmann, Band 18. 262 blz., 25 X 18 cm. Herbert Wichmann Verlag, Berlin, 1957. In zijn voorwoord uit de schrijver de klacht dat in het algemeen de belangstelling van grondboek- en kadasterautoriteiten voor el- kaars werk veel te wensen overlaat en hoewel dit kennelijk ook in andere landen een algemeen verschijnsel is (om dit aan te tonen haalt hij Dawson-Sheppard, blz. 46, aan), meent hij de oorzaak niet zozeer in de onwil tot samenwerking bij de behartiging der be langen van de grondeigenaren, dan wel in de onwetendheid omtrent de inhoud van eikaars aandeel in dat werk te moeten zoeken. Daarom heeft het niet in zijn bedoeling gelegen met het schrijven van dit werk aan de talrijke commentaren op en handboeken over de „Grundbuchordnung" (G.B.O.) nog een toe te voegen, doch wel bij te dragen tot het verkrijgen van een wederzijds begrip voor eikaars arbeid en dit begrip te verdiepen, m.a.w. een bijdrage te leveren gericht op een vruchtbare nauwere samenwerking. En ofschoon de schrijver aan de technische zijde staat en als zodanig een vertegenwoordiger van het Kadaster is (een werk als het onder havige moet nu eenmaal door een vertegenwoordiger van een der „partijen" geschreven worden), is hij er naar het mij voorkomt in geslaagd een min of meer objectieve beschouwing te geven van beide instituten en derzelver verbondenheid.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 29