36o houdingen zoveel mogelijk met elkaar in overeenstemming te houden. Sprekend over de inhoud van het kadaster merkt de schrijver op, dat dit uit twee delen bestaat, het beschrijvende deel (de re gisters) en het beeldende deel (de kaart), waarvan het laatste deel meer en meer op de voorgrond treedt, naarmate de doelstellingen van het kadaster toenemen (ook in Nederland geen onbekend ver schijnsel). De eigenlijke kadastrale boekhouding blij kt nogal ingewikkeld te zijn (hetzelfde kan gezegd worden van de g.b.-boekhouding). Naast het z.g. „Liegenschaftsbuch", dat ongeveer is ingericht als de Neder landse legger, nl. volgens artikels (Bestandsnummer), doch geen fiscale gegevens bevat, bestaat het „Flurbuch", dat min of meer overeenkomt met de aanwijzende tafel en in hoofdzaak opgevat kan worden als een belastingkohier. Daarnaast bestaan twee naam wijzers, waarvan de een is ingericht volgens de artikels van het Liegenschaftsbuch en de andere alfabetisch. De kadastrale kaart (Flurkarte) bevat mede in verband met het grote aantal doelstellingen van het kadaster meer bijzonderheden dan onze kaart. Als vorm is thans algemeen overgegaan tot die van de ,,raam"-(ruitlijnen) kaart, zulks in tegenstelling tot de vroeger gangbare „eilanden"-kaart. Omtrent de bijhouding van het kadaster lezen we o.m., dat daarbij onderscheid wordt gemaakt tussen veranderingen en herstellingen De voornaamste verandering betreft die in de persoon van de recht hebbenden deze wordt eerst aangebracht nadat ze in het grondboek is geconstateerd en dan op grond van een mededeling van de grond boekambtenaar. Ook wijzigingen in de naam van de eigenaar van gedeeltelijke percelen worden geheel in overeenstemming met het meetbrief stelsel in de kadastrale boekhouding verwerkt, nadat de publikatie heeft plaats gahad. Zoals we zullen zien geldt dit niet voor de naamgeving (nummering) van de nieuwe percelen. Een naar onze mening zwakke stee in het stelsel is het feit, dat kadastrale percelen zowel bij vormverandering als bij herstel van teken- of opnemingsfouten steeds een nieuw nummer krijgen. Buiten de wil van de eigenaar om krijgen de gepubliceerde objecten derhalve een andere naam. Men is zelfs zover gegaan, dat men een dubbele vernummering heeft voorgeschreven indien het herstel van een fout samenvalt met een verandering in de vorm. Regel is vernummering volgens het afstammingssysteem, d.w.z. met breu ken, waarin de teller het oorspronkelijke nummer en de noemer de opeenvolgende wijzigingen weergeeft. In alle gevallen (en dat blijken er niet zo weinig te zijn) dat de kadastrale wijziging plaats heeft zonder een daaraan voorafgaande wijziging van het g.b. worden de eigenaars daaromtrent ingelicht door het kadaster (vgl. wat hierboven is gezegd omtrent de onafhankelijke positie van het kadaster in het gehele stelsel)Betreft het een vormverandering, dan wordt de eigenaar tevens een soort hulpkaart (met oude en nieuwe stand) toegestuurd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 34