365 verschijnen, vrijwel niets meer op dit gebied gepubliceerd. En hoewel sindsdien het aantal grensprocessen sterk is verminderd, is het vol gens de schrijvers een feit, dat de vaststelling van grenzen nog steeds in het middelpunt van de kadastrale en meettechnische praktijk staat en dat de vraag in hoeverre de meetcijfers en de kaart van het kadaster van invloed zijn op het vermoeden en de fictie van het B.G.B. nog als weleer de gemoederen in beroering brengt. De schrijvers ontraden in dit geval naar een eenheidsrecept te zoeken (waartoe het streven naar perfectionisme van de huidige tijd aanleiding geeft), daar zulks naar hun mening ten enen male zou falen. Het komt hun dan ook wenselijker voor aan de hand van praktijkgevallen aan te tonen hoe de bij de vaststelling van grenzen optredende problemen door de landmeters of in het procesgeval door de rechters zijn opgelost. Het doel van dit boek is de grote betekenis van het kadaster, (de kadastrale registratie, Katasternachweis) voor de grensvast- stelling aan te tonen, zonder te verzwijgen waar ,,de grenzen" van die betekenis liggen. De schrijvers hebben dus het Kadaster voorop gesteld; zij zijn hier van uitgegaan en zijn er zodoende wel in ge slaagd de landmeter zijn plaats te wijzen in het gehele proces der grensvaststelling en hem te overtuigen van de belangrijkheid van zijn rol, doch (juist) daardoor (door het kadaster en vooral de kadastrale techniek in de opbouw van hun betoog als uitgangspunt te nemen) is het algemene vraagstuk van de bescherming der rechtszekerheid wat op de achtergrond gedrongen, en kost het de lezer soms moeite een duidelijke lijn in de verhandeling te onder scheiden. Indien we echter dit „voorwoord" lezen in verband met de bij de groepering der processen vooropgeplaatste conclusies en ook met de tekst van de wet, blijkt het zeer wel mogelijk een reeks algemene richtlijnen op te stellen. We moeten echter bij het geven van een oordeel wel bedenken, dat het boek in de eerste plaats geschreven is voor de (Duitse) landmeter en als zodanig voldoet het zeer zeker aan de te stellen eisen. Het zal voor hem dan ook in de praktijk een veel en gaarne geraadpleegde vraagbaak zijn, te meer daar het ook zeer wijze lessen bevat, waarvan we de volgende gedeeltelijk verkort aanhalen: „Het is de voornaamste taak van de landmeter bij een grens vaststelling van het kaartenmateriaal op kritische wijze de waarde te bepalen. Toch moet er van deze plaats op gewezen worden dat de landmeter, zonder rechtsprekende bevoegdheden te bezitten, bij iedere grensvaststelling als belangenbehartiger van de betrok ken eigenaren optreedt. Het is een thans veel voorkomende dwaling, te geloven dat de landmeter zich met juridische uiteenzettingen moet bezighouden. Bijzonderlijk onjuist zou het zijn als de land meter tijdens een grensproces uit eigen beweging het vraagstuk van de goede trouw (par. 892 B.G.B.) ter sprake zou brengen. Hij heeft slechts te onderzoeken waaraan eventuele verschillen tussen de plaatselijke bezitstoestand en de Katasternachweis zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 39