in het gebouw voor Werktuig- en Scheepsbouwkunde in Delft
was ingericht.
De met geestige opmerkingen doorweven openingsspeech werd
uitgesproken door de Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland, Mr. J. Klaasesz, waarna een eerste rondgang langs
de tentoonstelling werd gemaakt.
In de daartoe ter beschikking gestelde ruimte in de moderne
zalen en gangen hadden 12 landen een overzicht gegeven van de
landmeetkunde, de cartografie of de ruilverkaveling. Ieder op zijn
eigen wijze.
Het „Quadrant van Snellius", dat als onderdeel van de Neder
landse cartografische inzending in de hall stond opgesteld, trok
wel bijzonder veel aandacht.
De 26 firma's die op expositieruimte beslag hadden kunnen leggen
toonden tekenpapier, gravimeters, loepen, luchtcamera's, passer
dozen, autografen, jalons, optische pantografen, waterpasinstru
menten, doorgangsinstrumenten, een relaisrekenmachine, kortom
alles wat men nodig kan hebben als men op de een of andere wijze
de landmeetkunde uitoefent. En van hetgeen niet in natura aan
wezig was, waren afbeeldingen of vouwbladen ruimschoots voor
handen.
De eerste congresdag werd besloten met een officiële ontvangst
van de congresdeelnemers en hun dames door de Nederlandse
regering en de gemeente Den Haag. Tijdens deze bijeenkomst was
er voor de congressisten ook alle gelegenheid onderling betrekkingen
aan te knopen of bekenden van verre te begroeten, waarvan dan
ook een dankbaar gebruik werd gemaakt.
Op bladzijde 11 van het welverzorgde congresprogramma-boekje
vindt men een blokjesfiguur, tezamen de letters F.I.G. vormend
en aangevend de onderlinge band tussen de commissies en organisa
ties, die door de Fédération Internationale zijn gebundeld. Gelukkig
kan de omvang van de werkzaamheden van de zeven verschillende
technische commissies en het belang daarvan niet worden afgemeten
aan de grootte van de blokjes in deze figuur. Immers genoemde com
missies maken met elkaar slechts een gedeelte uit van de letter ,,G".
Uit het volgende moge blijken, dat in de technische commissies
gedurende een volle week hard is gewerkt. Hoewel in de ene com
missie wat meer is bereikt dan in de andere, hetgeen misschien o.m.
werd veroorzaakt door de aard van de te behandelen onderwerpen,
kan men in het algemeen de resultaten wel met tevredenheid bezien.
Daar geen enkele congresdeelnemer in staat is geweest alle com
missievergaderingen bij te wonen, is om een overzicht te kunnen
geven de medewerking gevraagd en verkregen van de contact
secretarissen van deze commissies.
Ir. F. Harkink deelde aangaande commissie I het volgende mede
„De twee zittingen van Commissie I (Technisch woordenboek)
waren niet veel meer dan een formaliteit. Op de eerste zitting is het
330