eerste deel (letters A-L) van de voorlopige uitgave van het woorden boek uitgereikt; het tweede deel wordt in november van dit jaar verwacht. Deze uitgave is tot stand gebracht door een werkgroep uit de commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het In- stitut Géographique National te Parijs (de Heer Thuillier), het Institut für angewandte Geodasie te Frankfort aan de Main (de Heer Gigas) en The Chartered Surveyors Institution te Londen (de Heer Burnett). Nadat de Heer Thuillier bijna alle woorden van de door de Commissie opgestelde Franse lijst van definities had voorzien (een enorm werk, dat hij met grote activiteit en zorgvuldigheid heeft volbracht), zijn in Frankfort de Duitse equivalenten er achter ge plaatst, waarna de Heer Burnett voor de Engelse heeft gezorgd. Het is de bedoeling, dat eventuele op- en aanmerkingen binnen een maand of vier aan de Werkgroep worden gezonden, met liefst ook lijsten van equivalenten in de andere talen, waarna, naar men hoopt, de definitieve uitgave in 1959 het licht zal kunnen zien. Later binnenkomende lijsten van andere talen kunnen in afzonder lijke supplementen worden opgenomen. De contactsecretaris zal trachten, met behulp van door hem daar toe uitgenodigde deskundigen op verschillend gebied, de lijst met Nederlandse equivalenten samen te stellen en vóór 1 februari 1959 in te zenden. Hij meent echter de Nederlandse collega's er voor te moeten waarschuwen geen al te hoge verwachtingen omtrent dit woorden boek te koesteren. De keuze van de woorden is door sterke Franse invloed bepaald; de geodetische wetenschap, zoals deze bijv. in Duitsland en vooral bij ons wordt beoefend, komt niet voldoende aan haar trekken. Tal van bij ons gebruikelijke termen zal men in Nederlandse index niet aantreffen, om de eenvoudige reden, dat de equivalenten niet in de Franse hoofdlijst voorkomen en er dus ook niet naar verwezen kan worden. Daarentegen zal men zeer veel woorden tegenkomen, die men wel met behulp van gewone woorden boeken (althans zoals die in Nederland bestaan) kan vertalen. Men houde echter in het oog, dat men nu tenminste een begin zal hebben, een uitgave die na enige jaren, aan de hand van de in de praktijk gebleken behoefte, kan worden verbeterd en uitgebreid. Achter in het woordenboek wil men een lijst opnemen van in de verschillende landen gebruikelijke maateenheden, ook oude. De Heer Thuillier die hier zeer op gesteld is, heeft de eerste bijeen komst bijna geheel gevuld met een pleidooi om hem toch vooral de gegevens omtrent oude maateenheden toe te zenden. Het Neder landse lid van de Commissie wenst hieraan niet mede te werken, omdat het volgens hem niet de minste zin heeft zulke reeds lang in onbruik geraakte maten, die in de Nederlandse landmeetkundige litteratuur al lang niet meer voorkomen, in het woordenboek op te nemen. Hij weet trouwens niet waar hij betrouwbare gegevens vandaan zou moeten halen. 332

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 6