op het lb veranderen in cotg cotg BC. Hierin is cotg BC
tg 308,25, die dus afzonderlijk moet worden bepaald, of, als men
over de Zweedse tafel beschikt, daarin kan worden opgezocht
(cotg tg 308,25 0,549639 7,673360 7,123721).
In het schema is onder 3, 4, 5 en 6 het snijpunt S berekend. Na
handeling 7 staat de gegeven rechte weer ingesteld, klaar voor de
bepaling van het snijpunt T.
De gevonden coördinaten moeten natuurlijk nog met 700 worden
vermenigvuldigd en hun juiste tekens krijgen.
Berekening van een overgang
De heer Rijsdijk vestigt er de aandacht op, dat men 8 met de
machine kan berekenen, zonder enig tussenresultaat op te schrijven,
sin <p
uit sin o - x e volgens dit schema:
1 2 3 4 5 6
Or
Ib
Rr
K 6
K 6
K 12
-e
K 9
K 3
K 12
l
sin 9 l
ca. nul
e
S
0
sin 8
7
8
9
uit form.
61 8 in
gr en dgr
noteren
Or K 6
lb K6
Rr K 12
cgr, mgr en
dmgr van 8
diff.
sin genoteerde
hoek
De handeling 1 is het bepalen van de sin, zoals dit wordt geleerd
in GD op blz. 39.
De heer Rijsdijk kan de in het formulier Kad. nr. 29 opgenomen
controleberekening niet bewonderen. Ik zou willen opmerken, dat
het niet verplicht is, de desbetreffende regels van het formulier in
te vullen en dat deze controle gebruikt kan worden in de gevallen,
dat ze wenselijk is en door de rekenaars die er de voorkeur aan
geven. De heer Rijsdijk controleert liever op de volgende manier:
bereken de coördinaten van het excentrische punt, vervolgens de
argumenten van het verre punt zowel naar het centrum als naar het
excentrische punthet verschil eerste min tweede argument moet de
berekende overgang opleveren.
Het argumentenformulier [Kad. nr. 27)
In plaats van met de controlecoördinaten (GD blz. 53) wil de
heer Rijsdijk alleen met de controle-ordinaten controleren, die in
de laatste kolom genoteerd kunnen worden. Door bij de controle
ordinaat van P op te tellen L f'2 cos (ij; 50) moet men die van N
13
i
5' 0 0
10