(6) m\ è2 -^-r-^(7) i6 Uit (i) bepaalt men de hoek die de positieve y-as rechtsom moet draaien om samen te vallen met de lange as van de standaardellips. Om na te gaan welke van de beide waarden men moet nemen, kan men gebruik maken van de kwadrantenregel, die in mijn evenge noemd artikel naast het nomogram op blz. 32 staat afgedrukt. Men ziet er gemakkelijk uit, dat in (1) die waarde van ij1 voldoet, waarvoor sgn* sin 2<p sgn mXY. Middelt men (2) met (3) en (4) met (5), dan krijgt men sin 29 2 sin 2<p Op dezelfde bladzijde van de goniometrische tafel waarin men uit cotg 2iji de waarde 2tj heeft bepaald, zoekt men sin 2tji op en berekent vervolgens de halve lange as a uit (6) en de halve korte as b uit (7). Daar de beide formules slechts in een teken van elkaar verschillen, kost de berekening van a2 en b2 samen nagenoeg evenveel tijd als die van een der waarden afzonderlijk. Berekent men a2 en b2 volgens (6) en (7) dan is, als men de reeds in de h.t.w. genoemde controle m2x m2y m2xy a2 b2 toepast, tevens de bepaling van ij gecontroleerd. Dit is niet het geval bij de werkwijze die in form. Kad. nr. 39 wordt gevolgd. Als illustratie van de wijze van berekening volgt hieronder het zelfde voorbeeld als door de heer De Vries gegeven: m2 0,2956 cotg 2j; ~^0'°375 0 Ig06 +0,2076 m\, 0,2581 26 288,6 gr; tj 144,3 gr m\ m\ 0,5537 sin 2ij 0,9841 w2m2 4_ 0,0375 a2 0,3823; a 0,618 dm mXY 0,1038 b2 0,1714; 6 0,414 dm. De hierboven aangegeven berekeningswijze kan worden toe gepast voor alle gevallen die zich in de praktijk kunnen voordoen. Slechts in het theoretische geval mXY 0 zou ze falen. Immers dan is volgens (1) cotg 2<p 00, 2 tj 0 gr (of 200 gr) en sin 2tj o. mxy De berekening van in (6) en (7) zou dan aanleiding geven tot 0 2 m de bepaling-. Daar in dat geval echter sin 2ij tg 2+ m2m, mxv m2x m2y is r sin 2 4» 2 Ary 2 sgn signum, het teken van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 18