17
Men vindt dan uit (6) en (7) a2 m2 (of m2) en b2 m2
(of m2), hetgeen uiteraard ook volgt uit de formules (2)
tot en met (5).
Litteratuuroverzicht
H. J. van Leusen, Landmeten en waterpassen, 7de druk,
bewerkt door Ir. R. Jonkers. 233 blz., 186 fig., 16 x 24 cm.
Uitgeverij Waltman, Delft, z.j. (1958). Prijs gebonden fl. 12.50.
Van dit bekende boekje, waarvan in de jaargang 1936 van dit
tijdschrift de vierde en in de jaargang 1949 de zesde druk werd
besproken, is thans de 7de druk verschenen. Ze is bewerkt door
Ir. R. Jonkers, hoofd van de landmeetkundige dienst van de
Nederlandse Heidemaatschappij. Het werkje is zeer goed verzorgd
en de reprodukties en tekeningen die er in voorkomen zijn zeer fraai.
Zeven drukken van een boek is een respectabel aantal. De be
langstelling voor een eenvoudig werkje op landmeetkundig gebied
is dus blijkbaar wel zeer groot.
Ik meen dat het schrijven van zo'n boek niet eenvoudig is. De
opzichter die de landmeetkunde niet tot hoofdvak heeft, doch die
in de praktijk met eenvoudige problemen van landmeetkundige
aard in aanraking komt, zal er aanwijzingen in moeten vinden, hoe
in bepaalde gevallen te werk te gaan. Deze aanwijzingen moeten
zijn voorzien van een verklarende tekst, die geheel is aangepast
aan het niveau van de lezer voor wie het boek bestemd is. Ener
zijds dus geen uiteenzettingen waarvan men mag verwachten dat
ze dit niveau te boven gaan, anderzijds in de vraagstukken die wel
worden behandeld een heldere uiteenzetting van de zaken waarom
het gaat. En zo'n duidelijke formulering is niet gemakkelijk, stelt
zelfs aan de schrijver zware eisen.
Het is prettig op te merken ik constateerde dit ook al in
mijn beoordeling van de vorige druk dat de schrijver (en nu
ook weer de bewerker) gaarne rekening heeft gehouden met op
merkingen die naar aanleiding van vorige drukken zijn gemaakt.
Ze komen de kwaliteit van het boek ten goede.
De rekenmachine heeft thans in het werkje zijn intrede gedaan,
zij het schuchter, want de schrijver „doet" er nog niet veel mee,
gezien het grote aantal logaritmische bewerkingen dat in het boek
wordt uitgevoerd.
Wat de landmeetkundige instrumenten betreft is het boek bij.
Nieuwe theodolieten en nieuwe typen waterpasinstrumenten
worden er in afgebeeld en ook aan het instrumentarium voor
indirecte afstandsmeting is een ruime plaats toegekend. Ik ben
het met de bewerker volkomen eens dat men in een leerboek maar
niet te veel aandacht meer moet besteden aan de regeling van een
theodoliet. De moderne typen lenen zich voor zo'n regeling bij
zonder slecht, terwijl men door een doelmatige wijze van meten de
regelingsfouten onschadelijk kan maken.