de hulp van een notaris bij het opmaken van de overeenkomst is niet noodzakelijk (par. 99) gemeentegrenzen mogen niet worden gewijzigd (par. 100). Al deze bepalingen zijn uitgevoerd om sneller te kunnen werken dan in de normale ruilverkavelingsprocedure. Ervaringen in Duitsland Hoe zijn nu de ervaringen in Beieren In 1949 kwam daar een wet („Arrondierungsgesetz") tot stand die de „Zusammenlegung" regelt. Deze wet is nu nog van kracht. In totaal zijn 300 blokken met een gezamenlijke oppervlakte van 65.000 ha uitgevoerd. Dit getal noemt Steuer ook al in zijn voornoemd commentaar, dat in 1956 ver scheen. Over 1956 en 1957 schijnen dus nog geen getallen bekend te zijn. In het begin was de belangstelling voor de „Zusammenlegung" zeer groot, maar langzamerhand is de interesse voor dit systeem verminderd. Eén van de oorzaken hiervoor is dat de landbouwers de voorkeur geven aan de integrale ruilverkaveling. Bovendien waren niet genoeg goede deskundigen beschikbaar. De betaling voor deze werkzaamheden was te gering. Als gevolg hiervan zit het bureau München nog met een erfenis van deze „deskundigen" uit de jaren 1950-1952, die een omvang heeft van 30.000 ha. Aan deze blokken moet nog zeer veel werk gebeuren, onder andere doordat men ondanks de „grundsatzliche Forderung" van de wet gehele percelen te ruilen, toch veel percelen gesplitst heeft. Het is te begrijpen dat men in ambtelijke kringen niet verrukt is over het werk van deze deskundigen! Daarom dringt Steuer er bij de ambtenaren op aan meer aandacht te schenken aan de „Zusammen- legungen". Want ondanks de teruggang in Beieren acht Steuer de admini stratieve ruilverkaveling toch belangrijk genoeg om de werkzaam heden op dit gebied voort te zetten. In. deze opvatting wordt hij gesteund door de toenemende activiteiten in enige andere „Lander", nl. Rheinland-Pfalz, Baden-Württemberg en Nieder-Sachsen. Hij deelt echter de mening van B. Petitpierre, de voorvechter van de „réunion parcellaire" in het kanton Waadt in Zwitserland, dat de administratieve ruilverkaveling in het algemeen een tussen fase is. Zij zal dus na verloop van jaren door een integrale ruilver kaveling worden gevolgd. Slechts in enkele gevallen, bijv. als het gebied voor de tweede keer verkaveld wordt, kan de administratieve ruilverkaveling einddoel zijn. T oepassingen Behalve als eerste stap op de weg naar een integrale ruilver kaveling ziet Steuer nog meer mogelijkheden in de toepassing van de „Zusammenlegung", nl. bij de verplaatsing van boerderijen en de bedrijfsvergroting. Blijkens het Meerjarenplan meent ook de C.C.C. 22

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 24