29
IV. Is aansluiting in een of andere vorm bij het Koninklijk Insti
tuut van Ingenieurs gewenst
V. Zo neen, is dan een nauwere samenwerking met dit Instituut
(en eventueel andere instellingen) gewenst
Ad. I: De maatschappelijke indeling van de beoefenaars der land
meetkunde
De beoefenaars kunnen worden ingedeeld in drie groepen
A. de lagere krachtentekenaars, landmeetkundigen, land
meetkundige ambtenaren enz.
B. de middelbare krachten: zij die het H.T.S.-diploma
hebben verworven of daarmee gelijk gesteld kunnen
worden
C. de hogere krachtenzij die hun opleiding aan de Land
meterscursus verbonden aan de L.H.S. te Wageningen
of aan de T.H. te Delft kregen of daarmee gelijk te
stellen zijn.
De tot de eerste twee groepen behorende krachten zijn onderge
bracht in de Vereniging van T.A.K. en in de Vereniging van Land
meetkundigen.
De onder C genoemde personen zijn voornamelijk lid van de ad. II
te noemen verenigingen.
De commissie zal zich in hoofdzaak beperken tot de onder C
genoemde personen, hoewel niet kan worden voorkomen ook de
onder A en B bedoelde groepen in het rapport te betrekken.
Ad. IIDe status van de onder C bedoelde verenigingen
Teneinde de onder II gestelde vraag te kunnen beantwoorden
is het gewenst omtrent de verenigingen die in de Nederlandse
Landmeetkundige Federatie samenwerken een historisch overzicht
te geven en hun doelstelling en samenstelling te vermelden.
Als oudste vereniging moet worden genoemd de Vereniging van
Hoofdambtenaren van het Kadaster welke vereniging volgens artikel
i van haar reglement, vastgesteld op 7 september 1910, rekent
te bestaan van 15 april 1879 a^- Het doel wordt in artikel 3 van
dat reglement als volgt omschreven
ie. Voor het Kadaster en zijn ambtenaren zodanige plaats te
verkrijgen, als waarop zij met het oog op het gewicht en de be
tekenis der instelling aanspraak mogen maken.
2e. Door onderlinge bespreking zoveel mogelijk eenvormigheid
te verkrijgen over het gehele land in de uitvoering van dienst
voorschriften.
3e. De behartiging der belangen van haar leden en van die der
onder hen staande ambtenaren, op de grondslag van billijkheid
en 's-Rijks belang.
Bij koninklijk besluit van 17 maart 1922 zijn de Statuten van
de Vereniging van Hoofdambtenaren van het Kadaster goedge
keurd de doelstelling werd in deze statuten als volgt gesteld