56
Door een groot aantal foto's te nemen wordt de nauwkeurigheid
verhoogd tot, naar men verwacht, enkele tientallen meters.
De twintig punten, waarvan op deze wijze de positie wordt
bepaald, vormen als het ware een „kooi", waarin het lichaam
van de aarde passen moet. Of met andere woordende vorm en de
grootte van de aarde worden gevonden en tegelijk, wat ons hier
voornamelijk interesseert, de onderlinge positie van de twintig
punten en dus van de verschillende continenten, waarop zij liggen.
Dit alles lijkt eenvoudiger dan het is. Weliswaar heeft de Ameri
kaanse astronoom Markowitz, door een speciale camera te con
strueren, de moeilijkheden opgelost die samenhangen met twee
verschillen tussen maan en sterren, beweging en helderheid, maar
toch blijft de maan, door haar onregelmatige gedaante, een lastig
meetobject. Niet alleen is daardoor het profiel van de maan,
gezien van twee ver van elkaar gelegen punten op aarde, verschil
lend, maar bovendien varieert dat met de tijd doordat de maan een
weinig „schommelt'-'. Een ander bezwaar is dat ze verder van ons
verwijderd is dan we fouten theoretisch wel zouden wensen.
Een kunstmaan heeft deze nadelen niet, maar wel andere, waar
van ik slechts noem het feit dat de waarnemingstij d zeer kort is
en beperkt tot de schemering, tenzij een toekomstige kunstsatelliet
zelf licht zou uitzenden.
De eenvoudige raket-zonder-kunstmaanambities, die minder
kostbaar is en die men op kan laten waar en wanneer dat voor
de meting in kwestie het gunstigst is, zal daarom gewoonlijk de
voorkeur verdienen.
Inderdaad zal de raket de geodesie goede diensten kunnen
bewijzen en wel op verschillende manieren, waarvan ik er enkele
noem.
In de eerste plaats op analoge wijze als bij de fakkel-triangulatie
die we reeds bespraken. Als voldoende licht kan worden geprodu
ceerd waarbij de kernenergie wel onontbeerlijk wezen zal -
lijkt het mogelijk duizenden kilometers te overbruggen en dus bijv.
de verbinding AfrikaZuid-Amerika te meten.
Een andere toepassing die overwogen wordt, ligt tussen fakkel
triangulatie en maanpositiemeting in. Een raket, omhooggeschoten
en daarna op een andere plaats een tweede zendt een licht
flits uit, die, behalve op de te bepalen punten, ook in minstens
twee in plaats bekende punten gefotografeerd wordt tegen de
sterrenachtergrond. De onderlinge positie van alle punten kan hier
uit worden berekend.
Tenslotte lijkt het niet onmogelijk, hoewel het een raket van
zwaarder kaliber vraagt, de reeds genoemde Hiran-apparatuur
voor elektronische afstandsmeting maar dan met een vergrote
reikwijdte met de raket omhoog te zenden en daarmee de af
standen tot een aantal punten op beide kusten te bepalen. Door dit
in enkele andere posities te herhalen, ontstaat een netwerk van
afstanden, dat de brug vormt tussen beide continenten.