4. Aansluiting van rechthoek aan vierhoek
In de praktijk zal zich het omgekeerde geval vaak voordoen,
namelijk aansluiting van een rechthoek aan een vierhoek (bijv. het
uitzetten van rechthoekige coördinaten in een gedeformeerd plan).
Indien we de rol van de gekozen assensystemen verwisselen: x, y
voor vierhoek (kaart), 4 voor rechthoek (berekende coördinaten),
kunnen we dezelfde formules toepassen.
5. Bijzondere gevallen
In sommige gevallen zal aan een vierkant aangesloten kunnen
worden. Dit geval kan zich bijvoorbeeld voordoen, indien we de
deformatie van een papierafdruk van een luchtfoto willen elimi
neren door aan te sluiten aan het vierkant dat gevormd wordt door
de randmerken. De formules worden dan vereenvoudigd door
p q te stellen.
In vele gevallen zal men met geringe moeite de coördinatograaf
goed in kunnen stellen op punt 1, waardoor fl g1 o wordt.
Neemt men de moeite de coördinatograaf volledig te oriënteren
op de zijde 12 dan wordt f1=g1 g2 o.
Dit laatste is af te raden, omdat een volledig juiste oriëntering
tijd vergt en er dan een voordeel van deze methode verloren gaat.
III. Invloed van de affiene transformatie op richtingen en afstanden
1. Verandering van richting 9
fo v
fiq. 2
d Al; cos 9 At) sin 9
A9 d cos 9
p l l
6i
De in dit hoofdstuk beschreven methoden werden door ons toegepast
vóór de verschijning van de H.T.W. Kadaster 1956. Het daarin behandelde
nomogram (blz. 98) en de nadien verschenen litteratuur (V.8), gaven voor
de in dit artikel behandelde toepassingen geen aanleiding tot veranderingen.
Al/