Indien de correcties At, en Ayj in een bepaald punt beschouwd
worden als correcties aan de coördinatenverschillen met
het punt waarin de richtingen worden uitgezet of afgelezen, geldt:
Al; A«j l sin 9 bl l cos 9
Atj a2 l sin 9 Ab2 l cos 9
waardoor
Aax sin 9 cos 9 -f- b1 cos2 9 a2 sin2 9 Ab2 sin 9 cos 9
P
A9 {(Aa1 Ab2) sin 2 9 (b1 a2) cos 29 bx a2}. (7)
2
2. Be-paling van A9
A9 A9' constante
A9' -{(Aflj Ab2) sin 2 9 b1 «2) cos 2
[7a)
In poolcoördinaten (2 9, A9) is dit de vergelijking van een
cirkel door de oorsprong, die van de en rj-as stukken afsnijdt
van resp.:
(A9')„=50= - (A«!A6S), eveneens voor 9 250 en tegen-
2 gesteld voor 9 150 en 350;
eveneens voor 9 200 en tegen
gesteld voor 9 100 en 300.
Als de constanten volgens de formules (2), (3), (5) en (6) worden
berekend is deze cirkel (fig. 3) te construeren (p 6366). Voor
iedere waarde van 9 kan A9' in cgr afgelezen worden, door in deze
figuur de afstand van 0 tot de cirkel, bij de voerhoek 29 af te
lezen. Indien deze afstand slechts af te lezen is bij de waarde
29 200, wordt A9' negatief.
Voor de werkelijke veranderingen van de argumenten dient
bij alle aflezingen de constante term - b1 a2) opgeteld te worden.
02
(A9')„=o (&i ai\'
2
p
2