O P"
Alp- Alp sin 9 AlP
OP"
Ayi p" Arip sin 9 Avjp.
OP
In hoofdstuk III.i werd afgeleid:
l Al- cos 9 Ay) sin 9.
Indien we de cirkels niet op de kaart, maar op een doorzichtige
mal tekenen met middellijn tn 64 mm en deze mal als in figuur
6 op de kaart (schaal 1 :s) leggen, kunnen we A9 bepalen uit de
coördinaten 5 en rj van de snijpunten P' en P" die de richting naar
P maakt met de cirkels I en II
A9Cgr (A£p' Ar)p") -H1)
Hierin zijn Al en Akj in cm uitgedrukt.
In hoofdstuk III.3 werd afgeleid:
Al Ai;-sin 9 Arj cos 9.
Met behulp van dezelfde mal volgt hieruit voor een punt dat op
afstand l ligt:
Al (A lp- An)p<)
A1= (Alp- Arjp') l. (12)
s
Hierin zijn Al, Al en Ar\ in cm en l in meters uitgedrukt.
7.2 Hoofdpuntstriangulatie
Indien geen rechthoekige coördinaten en dito coördinatograaf
worden gebruikt, kan ook uitsluitend met de poolcoördinatograaf
de beschreven methode worden toegepast voor het bepalen van
A9. Door bijvoorbeeld in hoekpunt 1 op te stellen en de richtingen
en afstanden naar 2 en 4 te meten, kunnen de factoren (A«j A62)
en («2 èj) worden bepaald. Deze manier is niet aanbevelens
waardig, omdat hier geen vereffening en interpolatie plaats vinden.
Vaak zal het voorkomen dat in het snijpunt van de diagonalen
(hoofdpunt) de richtingen en afstanden naar de vier hoekpunten
van een gedeformeerd vierkant gemeten kunnen worden (radiaal-
triangulatie op papierafdrukken van luchtfoto's).
Noemen we de richtingcorrecties resp. A91( A92, A93 en A94,
dan is volgens (7)
A9x A92 A93 A94.
Toepassing van (7a) geeft (9X 250 gr, 92 150 gr)
67
p
1000
1000 l r
s 64