Indien we dit toepassen op het voorbeeld van Baarda in het
Tijdschr. voor K. en L. 1957, blz. 75, dan vinden we uit de daar
afgebeelde situatie:
A<p0 - 17,4
2 77OO
Acp^o - 0,57 23,6.
2 77°°
Met deze gegevens is de sinusoïde in figuur 12 getekend.
Het nomogram wordt opgelegd met de assen in het punt:
9' (9(2 912) 5° 100 i6>5 50 33.5
A9' (Aflj -f- A62) 23,6.
Bij de waarden van 9 op de a-schalen worden Al en A<p' afgelezen.
Zijde
l
Aq>'
A l
(cm)
Ad
(dmgr)
76
14
30
P3P2
4- 3
69
44
P.P.
25
3
4i
P*P5
74
<Pmax - 34° 17° (t-o.v. Px P2 100)
<2
A P °»7° O
Atpniax 28,9
2 77OO
p 0,42
+30
+20
+10
A <p' dmgr
-10
-20
-30
fig. 12
2
9
PiP3
9650
27
21
P.P 1
16,5
9050
17
0
341
8400
104
5150
3i
18
P.Pi
240
3750
2
154
4500
16
34
23
V. LITTERATUUR
1. Jordan: Handbuch der Vermessungskunde II/i, 1931, blz. 179 e.v. met
litteratuurverwijzing.
2. Nabauer: Vermessungskunde, 1932, blz. 230, 261, 329 e.v. met litteratuur
verwijzing.
3. Herrmann: Einfluss der Papieranderung auf die halbgraphische Flachen-
rechnung, A.V.N. 1936, blz. 149.