84 van de cultuurtechnische omstandigheden" (punt 4, blz. 144) zal onder de huidige omstandigheden slechts in enkele gevallen gelden. Dergelijke principiële uitspraken behoren m.i. niet in de „Bijlagen" thuis. Indien in de „Bijlagen" slechts de gegevens waren vermeld of indien de „Bijlagen" waren verwerkt in deel II, zou de bestu dering van de stof bovendien minder moeilijk zijn. Normaal ver wacht men in „Bijlagen toch geen tamelijk principiële uitspraken. De maatschappelijke factoren (onderverdeeld in agrarisch- en algemeen-maatschappelijke factoren) zijn in punten van 0 tot 12 gewaardeerd. De gebieden met de slechtste maatschappelijke toe stand ontvangen de hoogste puntenwaardering. De behoefte aan bedrijfsvergroting wordt voorgesteld door het aantal bedrijven tussen 5 en 10 ha per 1000 ha cultuurgrond te vermelden. Zet men op een s-as het investeringseffect en op een y-as de puntenwaardering voor de maatschappelijke toestand uit, dan vindt elke gebiedseenheid in dit coördinatenstelsel zijn plaats. Als ^-coördinaat kan men dan nog de behoefte aan bedrijfsver groting voorstellen. In de conclusies van deel II stelt de werkgroep dat de C.C.C. moet beslissen welke gewichten zij aan de drie onderdelen wenst toe te kennen: Bij welk aantal kleine bedrijven per 1000 ha moet deze factor meetellen voor de urgentiebepaling Bij welk investerings effect is ruilverkaveling nog aanvaardbaar en bij hoeveel punten is de maatschappelijke toestand nog voldoende te achten Daar naast gelden nog andere landbouwkundige en maatschappelijke factoren, die gewogen moeten worden (zie blz. 78) Op grond van de inhoud van de delen II en III zou men verwach ten dat in deel I een tabel of een kaart is opgenomen waarop de urgentievolgorde van de 750 gebieden is aangegeven. Dit zou toch mogelijk moeten zijn nadat de C.C.C. een beslissing omtrent de minimumwaarden der hiervoor genoemde factoren heeft genomen. En deze waarden zijn gekozenAlle gebiedseenheden in de grafische voorstelling, gelegen aan de rechterkant van de lijn die ontstaat door het punt met investeringseffect 0,15 en maatschappelijke toestand 0 te verbinden met het punt met investeringseffect 0,05 en maatschappelijke toestand 6, worden geacht behoefte aan ruil verkaveling te hebben (zie blz. 39). De aldus gekarakteriseerde ge bieden hebben gezamenlijk een oppervlakte van 1,3 miljoen hec taren, een getal dat in de laatste jaren (zonder diepgaande onder zoekingen) ook nog al eens is genoemd. De keuze van de scheidings lijn is m.i. vrij willekeurig; waarom koos men als uitgangspunt de gemiddelden van investeringseffect en de maatschappelijke factor Waarom werd niet het gewogen gemiddelde gekozen In ieder geval is het voorgestelde beleid zodanig, dat een oppervlakte van ca. 1,5 miljoen ha bij de beoordeling van de gebiedseenheden op grond van de cultuurtechnische en maatschappelijke factoren tevoorschijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 42