47
schaft voor een kaartering van alle landen in éénzelfde systeem.
Helaas is dit zowel voor de topografische als voor de hydrografische
kaarten nog slechts ten dele uitgevoerd.
Terloops zij hier vermeld ik kom hierop nog terug dat
hier en daar, behalve een herberekening, ook aanvullende metingen
noodzakelijk waren die kortelings zijn uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld
een rechtstreekse verbinding van Schotland met Noorwegen,
dwars over de Noordzee.
Het is duidelijk, dat naarmate de radio-coördinatennetten
wijder reiken of aansluitend op elkaar een groter gebied gaan
bestrijken als antwoord op de telkens hoger eisen van de navi
gatie, in de lucht vooral en naar gelang de boordinstrumenten,
als de „inertial navigator", worden vervolmaakt, de geodeet van
verder van elkaar gelegen landen de onderlinge ligging nauw
keurig moet bepalen.
Dit wordt nog geaccentueerd door de ontwikkeling van de
intercontinentale ballistiek, waarbij we op deze feestdag der
T.H. uitsluitend willen denken aan de vreedzame raket, waarmee
men, eens wellicht, de post van het ene naar het andere continent
zal schieten.
Het doel zal dus tenslotte moeten zijn de positie van alle landen
en alle continenten in één, de gehele aarde omvattend, systeem te
brengen, één geodetisch wereldstelsel.
Terwille van de aanschouwelijkheid heb ik dit probleem benaderd
van een praktisch (navigatie-) standpunt uit. Men kan er ook toe
komen uit een andere, meer zuiver-wetenschappelijke richting en
wel vanuit het vraagstuk der bepaling van vorm en grootte van de
planeet waarop wij leven.
Een der methoden om dit vraagstuk op te lossen is van een
aantal punten zowel de absolute als de relatieve onderlinge
positie te bepalen. De absolute positie, gedefinieerd door de richting
van de verticaal ter plaatse, af te leiden uit sterwaarnemingen en
zo mogelijk te corrigeren voor afwijkingen in de zwaartekracht.
De relatieve positie door diezelfde punten met elkaar te verbinden,
bijvoorbeeld met behulp van het een of ander meetkundig netwerk,
dat zich uitstrekt langs het gebogen oppervlak der aarde.
Door beide resultaten met elkaar te confronteren concludeert
men tot de vorm en de grootte van de aarde. Deze confrontatie nu
geeft een nauwkeuriger uitkomst, naarmate het meetkundig net
werk, waarvan ik sprak, de aarde voor een groter deel omspant.
Ook hier dus komt men tot de eis vele, zo mogelijk alle, landen
en continenten in één meetkundig stelsel te beschrijven.
Geeft het onderling verbinden van aangrenzende landen geen
principiële moeilijkheden, interessant wordt het, wanneer men
over het verbinden van continenten, van Europa met Amerika,
van Amerika met Azië, van Azië met Australië, gaat denken.
Dan gaat het om het overbruggen van enorme afstanden over