II3
chanisatie en rationalisatie en die van consumptie- en afzet
mogelijkheden.
Een algehele verbetering van een verouderde structuur is slechts
door middel van ruilverkaveling te verwezenlijken. De urgentie
bepaling vereist een vergelijkende studie inzake het economisch en
maatschappelijk effect van de maatregelen. Objecten met een hoog
investeringseffect en een grote maatschappelijke achterstand zijn
het meest urgent, terwijl door middel van industrialisatie en aan
koop van gronden door de Stichting Beheer Landbouwgronden
bijzondere aandacht moet worden verleend aan gebieden met meer
dan 50 a 60 bedrijven, waarvan elk met minder dan 10 ha per
1000 ha cultuurgrond. Voor de komende 10 jaar zijn drie alternatieve
programma's van ruilverkaveling aangegeven, respectievelijk van
675.000, 440.000 en 355.000 ha. Voor de gebieden die nog niet
in behandeling kunnen worden genomen, zijn programma's voor
waterbeheersing en ontsluiting ontwikkeld.
In de discussie spreekt Ir. H. J. A. Hendrikx zijn waardering
uit over het Meerjarenplan. Hij neemt aan dat de urgentie van be
paalde blokken niet gefixeerd is, maar dat verschuivingen daarin
mogelijk zijn. Voorts is het hem opgevallen dat in het Meerjaren
plan nogal somber gedacht wordt over de administratieve ruil
verkaveling en de ruilverkaveling bij overeenkomst. Toch is een
dergelijke houding niet noodzakelijk. Inderdaad is bij de admini
stratieve ruilverkaveling slechts weinig ervaring beschikbaar, maar
door een procedurewijziging, die de uitvoering van afzonderlijke
waterbeheersings- en ontsluitingswerken bij de ruilverkaveling
zou mogelijk maken, kan zeker een meer positief geluid worden
verkregen. Tenslotte wijst hij er op, dat in het Meerjarenplan ge
steld wordt, dat gebieden die urgent voor ruilverkaveling zijn, niet
in aanmerking komen voor investeringen in werken voor afzonder
lijke waterbeheersings- en ontsluitingsplannen.
Het komt echter voor dat in dergelijke gebieden de ruilverkave
ling afgestemd wordt. In dat geval zouden toch waterbeheersings-
en ontsluitingswerken moeten kunnen worden uitgevoerd. De voor
gestelde 31 miljoen per jaar voor deze werken zou dan ook tot
bijvoorbeeld 40 miljoen verhoogd moeten worden.
Ir. Herweijer bevestigt dat blokken van urgentie kunnen ver
anderen, ten eerste omdat er vereenvoudigde plannen kunnen
worden opgesteld en ten tweede omdat het gehele gebied kan ver
ouderen. Wat betreft de ruilverkavelingsovereenkomsten ziet hij
in de toekomst zeer wel verdere mogelijkheden aanwezig. De com
binatie van een administratieve ruilverkaveling met waterbe
heersings- en ontsluitingswerken is vrij moeilijk. Verbetering van
de waterhuishouding geschiedt vaak door de waterschappen, die
daartoe gronden aankopen of onteigenen. Bij wegenbouw op het
platteland is men veel terughoudender. Pas als er meer mogelijk
heden geschapen zijn voor de plattelandswegenbouw, is het mis
schien mogelijk de gevolgen hiervan in een administratieve ruil-