iemands denkwijze, en ook van hetgeen hij zoekt, af, of hij meer gebaat is bij een trefwoordencatalogus, dan wel vlugger geholpen is door een systematische. Wie vlug even wil weten of er iets is te vinden over „randonderzoek" kan waarschijnlijk het beste bij een trefwoordencatalogus terecht. Wie daarentegen systematisch te werk gaat en bij „randonderzoek" onmiddellijk denkt aan „theodo lieten" en doordenkt aan „geodetische instrumenten", zal gaan snuffelen in de groep met de laatste aanduiding, en daarna in de ondergroep „theodolieten" enz. Een systematische catalogus daalt dus af van het grotere, algemene, naar het kleinere, bijzondere. Hij werkt dus deductief. Een trefwoordencatalogus gaat juist uit van het bijzondere; hij werkt dus inductief. Trefwoorden- en syste matische catalogus staan in zekere zin diametraal tegenover elkaar. De één gaat uit van zaken, de andere van gezichtspunten. Nemen we als voorbeeld een boek over de „Geologie van Indonesië". De zaak is hier Indonesië, van geologisch standpunt uit bezien. Het trefwoord is dus „Indonesië-Geologie". In de systematische cata logus vinden we het boek in de hoofdgroep „Geologie" bij de één of andere regionale ondergroep. Een tweede voorbeeld: „De her meting van Amsterdam". De zaak is hier Amsterdam, bezien van uit het gezichtspunt: hermeting. Trefwoord: „Amsterdam-Her meting". In de systematische catalogus vinden we het opstel in de ondergroep (kadastrale) hermetingen, van de groep (kadastrale) opmetingen, die zelf weer tot de hoofdgroep Lagere Geodesie behoort. K. en L. geeft aan het einde van het jaar een systematisch in houdsoverzicht in grote groepen: i Landmeetkunde, 2 Fotogram- metrie en Cartografie, 3 Recht en Administratie, 4 Verschillende onderwerpen. De Klapper van 1934 had deze grove indeling ook al (de fotogrammetrie was toen nog geen afzonderlijke hoofdgroep), maar was verder onderverdeeld in groepen als: (eerste hoofd groep) Fout en theorie, Hogere Geodesie, Lagere Geodesie enz. Deze werden weer verder verdeeld in ondergroepen. Bijv. Hogere Geodesie in: Gestalte van de aarde, met graadmeting en zwaarte kracht, Triangulatie (opnieuw in twee ondergroepen verdeeld), Kaartprojecties enz. Ook hier de deductieve weg van algemeen (groot) naar bijzonder (klein). De „Allgemeine Vermessungsnach- richten" (A. V. N.) geven aan het einde van een jaargang een „Sachverzeichnis", een trefwoordenlijst dus. Het „Zeitschrift für Vermessungswesen" (Z. f. V.) geeft aan het einde van een jaar een „Verzeichnis der Abhandlungen" dat ook naar trefwoord is ge rangschikt. De grote „Inhaltsverzeichnisse" van A. V. N. en Z. f. V., die ruime tijdvakken omspannen, zijn echter weer syste- malisch ingericht. Beide vormen, Liefwoord en systematiek, kuinen dus, terecht, naast elkaar voor. Wat het trefwoord aangaat, bestaat hier en daar een misvatting. In zijn „Dokumentation geodatischer Literatur u. s.w." zegt de schrijver (Heinz Draheim, A. V. N., 1954, Nr. 10, blz. 268)„Allerdings werden dabei nur die Titel, nicht aber 124

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 30