geschrift, die het voornaamste richtsnoer van de U. D. C. is, te vergemakkelijken. Wij komen hierop nog terug. Van de D. D. C. verscheen in 1951 de 15e druk. Van de U. D. C. werden verschillende uitgaven gepubliceerd. De verzorging ervan geschiedt niet meer te Brussel, maar in Den Haag, door de F. I. D. De eerste (Franse) uitgave verscheen in 1907, met ongeveer 30 000 onderverdelingen. De tweede, eveneens Frans, kwam van de pers in 1933, de derde (Duits) in 1948; de vierde (Engels), de vijfde (Frans), de zesde (Japans), de zevende (Spaans), de achtste (weder om Duits) zijn nog niet compleet. De laatste complete uitgave is de Duitse van 1948. Deze bevat meer den 100 000 onderverdelingen. Verkorte uitgaven verschenen in vele talen, de achtste Nederlandse in 1956. Een verkorte drietalige (F. D. E.) zag in 1958 het licht. De U. D. C. Het volgende is grotendeels letterlijk ontleend aan de inleiding tot de verkorte Nederlandse uitgave. De grondslagen der U. D. C. zijn drieërlei. Vooreerst poogt zij een classificatie te zijn, d. w. z. zij tracht een groepering van soortgelijke begrippen naar gezichts punten te geven. Zij is universeel in die zin, dat zij bedoelt de tota liteit van objecten van menselijke kennis te omvatten, en deze objecten ook van een totaliteit van gezichtspunten uit te groeperen. Het universele karakter brengt voorts mee de menigvuldigheid van gezichtspunten in de classificatie. Door middel van een stelsel van getallen die door symbolen zijn gekenmerkt, en welke onderling zijn te combineren, heeft de U. D. C. de mogelijkheid geschapen classificatorisch uitdrukking te geven aan willekeurige begrips combinaties, die beantwoorden aan de begripsvormen, ontstaan door een bepaald object van willekeurige gezichtspunten uit te beschouwen. De samengestelde classificatiegetallen bestaan uit enkelvoudige getallen, die ieder voor zich kunnen worden gebezigd ten behoeve der ordening van de geclasseerde gegevens en aldus het terugvinden van deze gegevens, ongeacht het subjectieve standpunt van de classeerder, mogelijk maken. De derde grondslag van de U. D. C. wordt gevormd door het feit dat de notatie deci maal is (d. w. z.de getallensymbolen die de verschillende verdelin gen weergeven zijn eigenlijk decimale breuken, waarvan de 0, is weggelaten, en die als zodanig worden gerangschikt, dus: 1, n, 12, 13, 19, 2, 21, 29, 3, enz.). Aan deze derde grondslag moet slechts de geringste principiële waarde worden toegekend, zulks in tegenstelling tot de opvatting die buiten staanders daaromtrent gemeenlijk koesteren. Het feit dat als clas sificatiesymbolen decimale breuken worden gebruikt, heeft tech- nische voordelen, voorzover het het tussenvoegen van nieuwe on- derverdelingen en het uit het hoofd leren der symbolen betreft. Opgemerkt dient nog, dat het decimale karakter geenszins inhoudt dat de systematische onderverdeling van een klasse altijd precies in tienen geschied. De lengte van een decimaal cijfersymbool is 126

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 32