technische Rundschau, jaargang 1953, zegt Krehl: „Um wieviel einfacher ware diese klassifizierende Arbeit bereits, wenn jeder Autor die eigentlich alle verpflichtenden Aufforderung nachkame seinem Werk oder seinem Artikel im Titel die zustandige Zahl der DK zuzusetzen". Met „klassifizierende Arbeit" wordt hier het werk voor een centrale catalogus (of bibliografie) der geodesie bedoeld. De roep om zo'n bibliografie klinkt in verschillende arti kelen in onze vaktijdschriften. Blijkbaar voldoet de B. G. I., die niet actueel is en alleen de hogere geodesie omvat, hieraan niet. Zie bijv. Gerardy „Zum Aufbau eines Generalkatalogs des geo- datischen Schrifttums" (A. V. N. 1954, Nr. 4, blz. 101) en passim elders (zie daarvoor de litteratuurlijst aan het einde van dit artikel). Wat K. en L. betreft, zou ik gaarne zien dat bovenstaande suggestie werd opgevolgd, al zal het waarschijnlijk het beste zijn daarmee te wachten tot 1 januari i960, wanneer de nieuwe rubriek 528 officieel zal zijn ingevoerd. Het ware trouwens te wensen dat alle betrokkenen daarna tot het toepassen van deze indeling zouden overgaan. Hoe langer men daarmee wacht, hoe moeilijker dat wordt. Een eenmaal opgezet en reeds flink gegroeid systeem omwerken valt niet mee. En of men in de kringen der B. G. I. ervoor voelen zal? Brennecke en Krehl delen in hun artikel ,,Zur Frage geo- datischer Bibliotheksordnung und Bibliographic" (Z. f. V. 1953, blz. 331) mee: „Es ist zwar schmerzlich zu beobachten dass hier zwei DK-Systeme („Paris" en „Brüssel") konkurrierend neben- einander stehen. Andererseits soil auch hier anerkannt werden dass DK-Paris entschlossen ist, den einmal eingeschlagenen Weg unbeirrt und kompromisslos fortzusetzen und nicht gewillt ist seinen Ausbruch aus dem klassischen System „Brüssel" etwa als Fehler oder Irrtum rückgangig zu machen". Documentatie met ponskaarten Een aparte plaats nemen de geodetische instituten te Berlijn en Frankfort in. In beide wordt documentatiewerk verricht, maar men gebruikt geen gewone kaartsystemen voor het vastleggen der resultaten, doch zg. randponskaarten. Randponskaarten hebben tegenover veldponskaarten het voordeel dat alleen de rand voor ponsingen wordt gebezigd en het grootste deel van de kaart vrij- blijft voor titelbeschrijving, referaat en verdere opmerkingen. Veldponskaarten geven alleen verwijzing naar een bepaalde in lichtingenbron, randponskaarten kunnen deze zelf bevatten. Berlijn gebruikt zg. „Kerblochkarten" (tot de rand toe uitgeponst), Frankfort „Schlitzlochkarten" (alleen sleuven uitgeponst). Het formaat is A-5. Voor de classificatie wordt te Berlijn de „Frank- furter-DK" gebruikt, te Frankfort wacht men op de invoering der nieuwe rubriek. Daar ponskaarten alleen worden aangelegd om mechanische selecteerinrichtingen te kunnen gebruiken behoeft men: 1. de kaarten niet meer, hetzij alfabetisch, hetzij systematisch, te rangschikken en: 2. niet meer te „verdubbelen", d. w. z. aparte 136

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 42