152
De verschillen die men dan constateert, zijn toe te schrijven aan
onnauwkeurigheden in de waarnemingen en de instrumenten en
aan een fout in de aangenomen benaderde waarde van de lengte
van het station. Uit deze verschillen wordt voor elke dag 20 uur
U.T. een representatieve waarde P afgeleid. Voor opeenvolgende
groepen van vijf opeenvolgende dagen vormt men de gemiddel
den P- van deze waarden P.
Het gemiddelde van deze grootheden P- over de eerste of de
tweede helft van een kalenderjaar wordt als correctie op de be
naderde lengte opgevat. De semi-definitieve momenten van uit
zending, waaraan eveneens deze correctie wordt aangebracht,
worden dan met de resultaten van de andere stations van de
Internationale Tijddienst gemiddeld tot de definitieve momenten
van uitzending.
Voor de vijf maanden die het station in 1957 heeft gewerkt, is
een dergelijke berekening reeds door het Bureau International de
l'Heure verricht. Eenzelfde bewerking voor de gehele periode van
17 maanden zal de definitieve correctie aan de benaderde lengte
en dus de definitieve geografische lengte van het station leveren.
De uit de astrolabiummetingen berekende waarden van de
geografische breedte van het station worden eveneens naar het
Bureau International de l'Heure gezonden, dat zorgt voor door
zending naar de Internationale Breedtedienst. De variaties in de
gemeten breedte zijn een gevolg van verplaatsingen van de pool
en van waarnemingsonnauwkeurigheden.
De meting in de maanfoto's van de positie van de maan ten
opzichte van de eveneens afgebeelde sterren en de berekening
hieruit van de ruimtelijke coördinaten van het station, was voor
alle 20 stations, die aan dit maanprogramma meewerkten, gecen
traliseerd in het Naval Observatory te Washington. De taak van
elk station, behalve het opnemen en verzenden van de foto's,
beperkte zich tot het identificeren en kaarteren van de afgebeelde
sterren.
6. De nauwkeurigheid van de waarnemingen
1. De meridiaanmetingen.
Het aantal onbekenden bij de tijdbepaling uit meridiaandoor
gangen is 2, nl. de klokcorrectie en de afwijking van het vizier-
vlak van de kijker ten opzichte van het meridiaanvlak. Het aantal
waargenomen sterren per programma is 10, zodat er 8 overtallig
zijn. Dit maakt het mogelijk de nauwkeurigheid van de onbekenden
te berekenen.
Tabel 2 geeft in de derde kolom de maandgemiddelden mrsT
van de standaardafwijkingen in de klokcorrectie. N (2e kolom) is
het aantal gemeten programma's. Duidelijk blijkt de invloed van
de toenemende ervaring van de waarnemers; in de eerste maanden
is de standaardafwijking van de orde van 0,0060 sec; in de laatste