I55 geringer dan in tabel 2. De algemeen gemiddelde standaard afwijking is 0,0038 sec, dus aanzienlijk kleiner dan bij de meridiaan metingen. Belangrijker is nog dat de algemeen gemiddelde waarde van (vierde kolom) slechts ruim tweemaal zo groot is als de gemiddelde wzat- Bij de astrolabiummetingen is dus de verhouding tussen uitwendige en inwendige nauwkeurigheid aanmerkelijk gunstiger dan bij de meridiaanmetingen. In de vijfde kolom van tabel 3 zijn de maandgemiddelden van de standaardafwijkingen in de geografische breedte vermeld. Ook hier is de toenemende ervaring van de waarnemers enigszins merkbaar. De algemeen gemiddelde standaardafwijking is 0,06". In fig. 5 en 6 zijn de resultaten van de breedtebepalingen voor gesteld en voor de beide waarnemers afzonderlijk zijn interpolatie- krommen getekend. Duidelijk blijkt uit deze figuren de invloed van de schommeling van het aardlichaam t.o.v. de rotatie-as. Opvallend is echter ook dat er tussen de resultaten van de beide Fig. 5 Breedtebepaling uit gelijke stershoogten febr. woornemer ir.J.Rolff. ir. A.C.Scheepmaker. Fig.6 Breedtebepaling uit gelijke stershoogten. woornemer ir.J.Rolff. ir.A.C.Scheepmaker.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 13