187
alsnu nader gebleken zijn dat die perceelen werkelijk tot Baarle-
Hertog behoorende, dan verzoek ik vriendelijk daarvan onder
retour van den staat nader te worden onderricht ten einde in het
Proces-Verbaal die verbeteringen aan te brengen welke alsdan
noodzakelijk kunnen worden geacht.
Aangenaam zal het zijn onder retour dezer staat te mogen worden
ingelicht wat omtrent van de twee hierboven omschreven perceelen
Sectie A no. 91 en 92 kan worden gezegd."
Hierop volgt het antwoord van de burgemeester van Baarle-
Nassau aan genoemde Controleur Van der Burg van 12-8-1840,
nr. 66 betreffende overboekingen kadaster.
„Bij dezen heb ik de eer UW.WEGe te retourneren den staat,
gevoegd geweest bij Uwen nota van den 11 juni j.l., voorzien van
eenige aanteekeningen, benevens Vijf stuks opgaven, strekkende
om veranderingen in de Kadastrale stukken te doen bewerkstelli
gen".
Nu is deze laatste zinsnede van „Vijf stuks opgaven" kadastraal
gezien niet verontrustend, daar dit de normale informatie is ten
gemeentehuize bij een uitgevoerde rondreis. Een bewijs, dat dit
betrekking heeft op verbeteringen in het P.V. is dit geenszins.
Van Belgische zijde wilde men de eerste verbetering in de kopie
van het P.V. van 1836 niet aannemen, maai was vol belangstelling
voor de gesignaleerde vijf opgaven.
Uit verdere correspondentie is gebleken dat de Generaal Van
Hoof, onmiddellijk vóór de ondertekening van het tractaat van
1843 uit 's-Hertogenbosch de kopie van het Baarle-Nassau exem
plaar heeft meegenomen en aldus in Maastricht verscheen met
het door de heer Van der Burg gewijzigde exemplaar waarin ten
onrechte de percelen 91 en 92 (zijnde de oorspronkelijke nummers)
werden vermeld als te zijn Baarle-Hertog. Dit had echter betrekking
op de percelen 816 en 817. Dat het niet met elkaar in overeenstem
ming zijn van het Nederlandse en Belgische exemplaar niet onop
gemerkt is gebleven blijkt ook uit een schrijven van de Commissaire-
Délégué beige, de Vicomte Vilain XIIII dd. 27-10-1841 aan de
burgemeester van Baar-le-Duc. Hierin staat:
„Le procés-verbal de délimitation de la Commune de Baar-le-
Nassau porte a la section de Sondereygen que les parcelles nos. 91
et 92 appartiennent a la Commune de Baar-le-Duc. Le procés-
verbal de notre Commune n'en fait pas mention.
Je vous prie de vouloir bien me faire connaitre en me répondant
a Maestricht si en effet ces deux parcelles appartiennent a Baar-
le-Duc".
In het niet geratificeerde grensverdrag van 11 juni 1892 is een
ernstige poging gedaan, de enclaves op te ruimen door afstand
aan België van Castelré en Zondereygen in ruil voor de enclaves
rondom en in de kern Baarle-Nassau. In een uitvoerige staat zijn
de percelen vermeld, die over en weer zouden worden uitgewisseld,
met ten slotte een recapitulatie van de grootten der onderscheiden