196 register. Als zodanig ging het eerst een rol spelen, toen men op de gedachte kwam het kadaster te gaan bijhouden, aan de hand van de gepubliceerde stukken. Daaruit is te verklaren dat de Instructie Kadaster nog steeds een tweeslachtig karakter heeft en dat haar voorschriften in de eerste plaats beogen het kadaster als inventaris van het belastingplichtig grondbezit en van de belastingplichtigen zo volledig mogelijk te doen zijn. Eerst als men hiervan afstapt en in het kadaster allereerst de klapper op het openbaar register wil gaan zien, zal men strengere voorschriften in de I. K. kunnen opnemen, in de geest zoals Mr. Nakken dat wenst. Mr. Makken is er n.m.m. in geslaagd ons door het geven van een scherpe analyse van de verhouding van de institutiën van publiciteit en specialiteit aan te tonen hoever ze op het ogenblik nog van elkaar afstaan. Dat hij niet de weg heeft aangegeven, waarlangs ze tot elkaar zouden kunnen worden gebracht is hem niet euvel te duiden; in zijn inleiding heeft hij zeker zulke verwachtingen niet gewekt. De vraag is gewettigd of hem wel een oplossing van de vele door hem gestelde problemen voor ogen heeft gestaan, want waarom zou hij anders zijn opstel hebben besloten met de vage woorden: „Het notariaat kan daar veel aan doen" (nl. onderzoeken of de zakelijke aanspraken corresponderen met of afwijken van de kadastrale gegevens). C. G. v. H. VERSCHILLENDE ONDERWERPEN Nederlandse Landmeetkundige Federatie Verslag van de studiedagen, gehouden op 4 en 5 juni 1959 te Zwolle Op 4 juni om ongeveer 10.15 uur opende de voorzitter, Prof. R. Roelofs, de studiedagen, waarop hij de deelnemers verwel komde. Hij begroette in het bijzonder het erelid Prof. dr. ir. W. Schermerhorn, de vertegenwoordigers van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius", en de sprekers. Na een korte weergave van de voorgeschiedenis van deze studiedagen gaf de voorzitter het woord aan Ir. H. A. Ferguson voor zijn voordracht. In een boeiend betoog schetste de inleider hoe men zich, in hoofd lijnen, de uitvoering van de Deltawerken heeft gedacht, het accent leggend op bepaalde, zeer lastige, problemen en de geprojecteerde oplossingen hiervan. Na de pauze gaf Ir. A. J. van der Weele een overzicht van de werkzaamheden die door de Meetkundige dienst van de Rijks waterstaat gedaan worden in het kader van de Deltawerken. We

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1959 | | pagina 54